Meer ruimte voor nieuwe scholen

Reactie

Naam Drs. E. van Hoek
Plaats Amersfoort
Datum 29 februari 2016

Vraag1

Denkt u dat de voorgenomen wijzigingen voldoende ruimte bieden om die scholen op te richten waar ouders en leerlingen behoefte aan hebben?
Door de voorgenomen maatregel verdwijnen een aantal kleine scholen, terwijl kleinschalige scholen ook juist door ouders en kinderen gewaardeerd worden. 60% van de ouders kiest op dit moment voor een bijzondere school. Deze scholen voorzien in een behoefte. Het huidige onderwijsstelsel sluit goed aan op de wensen van ouders. Het stimuleren van stichting van nieuwe scholen door de zogenaamde ‘richtingvrije planning’ gaat ten koste van de kwaliteit, werkt shopgedrag in de hand en zorgt voor onnodige onrust in het onderwijsveld én bij ouders.

Vraag2

Denkt u dat initiatiefnemers met de keuze tussen marktonderzoek en ouderverklaringen goed de belangstelling voor hun school kunnen aantonen?
De voorgestelde wijzigingen zijn gebaseerd op veronderstelde behoefte hieraan bij ouders. Cruciaal is onderzoek, waarin de wenselijkheid van nieuw aanbod wordt gewogen ten opzichte van de waarde van ons huidige stelsel.

Vraag3

Biedt de voorgestelde wetswijziging voldoende waarborgen om te zorgen dat nieuwe scholen van goede kwaliteit zijn?
Scholen in krimpgebieden staan voor de grote uitdaging om een kwalitatief goed onderwijsaanbod in stand te houden. Het plan van Dekker leidt juist tot ongewenste dynamiek in situaties van leerlingenkrimp in het onderwijs, die de problematiek zal verergeren.
Voor de ontwikkeling van leerlingen is het van belang dat zij een duurzame, consistente schoolloopbaan hebben. Het risico wordt vergroot dat leerlingen vaker tussentijds van school wisselen of dat ouders nu al i.v.m. de mogelijke verdwijning van hun school van eerste voorkeur voor een alternatief kiezen.

Vraag4

Komt het wetsvoorstel voldoende tegemoet aan de situatie in zowel gebieden met leerlingengroei als met leerlingendaling
Het plan van Dekker zal ten koste gaan van het huidige, goed functionerende onderwijsaanbod. Zeker scholen die de laatste van een richting zijn in een bepaald gebied zullen met sluiting bedreigd worden.

Vraag5

Zijn er nog overige opmerkingen die u wilt meegeven
- in hoeverre is aangetoond dat ouders ontevreden zijn over het huidige stelsel?
- In een ander wetsvoorstel (Toekomstbestendig onderwijs) wordt juist meer ruimte gezocht binnen het huidige stelsel. Hoe verhoudt zich dat tot dit wetsvoorstel, waarin het richtingbegrip wordt geschrapt, dat leidt tot inperking?
- Noodzakelijk is een integrale benadering van alle voorstellen die nu spelen in het onderwijs: richtingbegrip, instandhoudingsnormen, bekostiging en huisvesting.
- Waarom kunnen openbare scholen wel een beroep doen op de bepaling dat zij de laatste school zijn in een regio en scholen voor bijzonder onderwijs straks niet meer?
- Waarom is er niet voor gekozen om scholen die de laatste van een richting zijn, een permanente uitzonderingspositie toe te kennen, om de pluriformiteit te behouden en aan te sluiten bij de wensen van ouders en kinderen?