Meer ruimte voor nieuwe scholen

Reactie

Naam Achterhoek VO (H.J. van der Esch)
Plaats Doetinchem
Datum 29 februari 2016

Vraag1

Denkt u dat de voorgenomen wijzigingen voldoende ruimte bieden om die scholen op te richten waar ouders en leerlingen behoefte aan hebben?
Te veel ruimte. We staan aan de vooravond van in sommige gebieden zeer aanzienlijke krimp. Op zichzelf is er niets op tegen om in de schaarse groeigebieden die we nog hebben, ruimte te geven aan nieuwe initiatieven die niet per se over een nieuwe denominatie gaan. Het huidige voorstel biedt onvoldoende waarborgen voor krimpgebieden.

Zelfs sterker: het voornemen om de stichtingsnorm simultaan aan dit wetsvoorstel te verlagen, gaat extra ruimte bieden aan het stichten van nieuwe scholen. Het argument dat er scholen bestaan die met minder leerlingen dan de stichtingsnorm toch goede onderwijskwaliteit halen, lijkt op "er zijn rokers die ouder dan 100 worden, dus is roken niet ongezond". Door de bank genomen is een jaarlaaggrootte in de bovenbouw van de stichtingsnorm 65 leerlingen (in scholengemeenschappen aanzienlijk lager nog) nu al ternauwernood toereikend voor het aanbieden van vier profielen en daarbinnen een breed vakkenaanbod.

NIET DOEN DUS deze wet, tenzij er een realistische minimumomvang wordt gehanteerd voor de optelsom van de betrokken scholen, inclusief de eventuele nieuwe.

Vraag2

Denkt u dat initiatiefnemers met de keuze tussen marktonderzoek en ouderverklaringen goed de belangstelling voor hun school kunnen aantonen?
Zeker wel, indien we onrealistisch lage grenzen gaan hanteren. Zie mijn antwoord op vraag 1.

Vraag4

Komt het wetsvoorstel voldoende tegemoet aan de situatie in zowel gebieden met leerlingengroei als met leerlingendaling
Zie mijn antwoord op vraag 1.

Vraag5

Zijn er nog overige opmerkingen die u wilt meegeven
De wet lijkt er van uit te gaan dat, als er 'te veel scholen' komen, 'de markt' dat probleem wel zal oplossen.

In de eerste plaats is het de vraag of je met dat uitgangspunt goed omgaat met gemeenschapsgeld. In de tweede plaats of de markt dat ook werkelijk zal doen.

In Zutphen bijvoorbeeld zijn er al een jaar of 30 vier m-h-v-scholen. Uit de cijfers (jaarrekeningen, leerlingenaantallen) blijkt zonneklaar dat dit er één te veel is [terzijde: en de 27% krimp van de komende 15 jaar moet nog komen]. Door de fluctuatie van 'welke school is in nood?' redden alle scholen het tot nu toe, zij het dat bij een school minder de kwaliteit beter gegarandeerd zou zijn èn er een breder vakkenaanbod op de scholen mogelijk zou zijn. Ergo: de markt doet weliswaar zijn werk, maar heeft nog altijd niet geleid tot noodzakelijke sanering. Met deze wet lopen we het risico dat (met de katalysator die 'krimp' heet) de nodige schoolstrijden gaan ontstaan, waarin scholen een lang sterfbed kunnen krijgen met alle gevolgen van dien.