Wetsvoorstel verbetering rechtspositie en rechtsbescherming mbo-student

Reactie

Naam Alfa-college (mr. A.P. Bruinewoud)
Plaats Groningen
Datum 24 januari 2020

Vraag1

Bent u van mening dat dit wetsvoorstel zal bijdragen aan de rechtspositie en rechtsbescherming van mbo-studenten?
Het Alfa-college werkt al geruime tijd met procedures waarin studenten de mogelijkheid hebben tegen besluiten te ageren in de vorm van bezwaar of beroep. De wettelijke vastlegging van beroep tegen een schorsings- of verwijderingsbesluit is daarmee voor onze instelling geen extra belasting, omdat deze voorziening al is ingeregeld. Wel nieuw is, dat dit via een nieuw aan te stellen adviserende commissie zal moeten geschieden. Dat betekent dat een extra instantie wordt gecreëerd (naast de al bestaande commissie voor beroep van de examens, de klachtencommissie, landelijke commissie m.b.t. klachten sociale veiligheid).
De veelheid en samenloop van procedures leidt tot complexiteit en daarmee verwarring bij de student. Daarom is het begrijpelijk dat een instelling verplicht wordt een toegankelijke faciliteit te treffen om de student in dit geschillen- en klachtentraject te begeleiden. Maar een oplossing zou ook kunnen liggen in juist een versimpeling van de procedures en aantal instanties om daarmee het totale geschillen- en klachtengebied te bestrijken, in plaats van allerlei verplichte commissies voor deelgebieden daarvan.
Verder is de component ‘tijd’ een kritische factor. Een student die ageert tegen een voorgenomen besluit tot verwijdering moet snel gehoord worden. Want ingeval van een onterecht genomen besluit moet de student zo snel als mogelijk weer deel kunnen nemen aan het onderwijsproces. De voorgestelde termijn is - wat het Alfa-college betreft - te ruim.
Dat daarnaast een laagdrempelige externe beroepsvoorziening wordt gecreëerd is mooi. Alleen nu deze voorziening in Den Haag is gevestigd wordt deze laagdrempeligheid te niet gedaan door de reisafstand vanuit Noord-Nederland. Laagdrempeligheid zit hem niet alleen in de griffiekosten.
Wat voor het Alfa-college bezwaarlijk is, is dat in het wetsvoorstel een schorsing van meer dan 1 dag gemeld en verantwoord moeten worden aan de onderwijsinspectie en dat een verwijdering enkel mag plaats vinden na toetsing door de onderwijsinspectie. Daarmee krijgt de onderwijsinspectie een bijzondere (oneigenlijke?) rol in deze procedures. Bovendien betekent dit een extra administratieve belasting.

Vraag2

Bent u van mening dat dit wetsvoorstel de regeldruk voor instellingen zal verlichten?
Heel beperkt. Wat verdwijnt is een deel van de administratie rondom het binnen halen van de handtekening van de student bij de ondertekening van de overeenkomst. Maar de toestemming van de wettelijk vertegenwoordiger, waarin deze toestemming geeft dat een minderjarige student deze verplichtingen mag aangaan, zal nog steeds op de een of andere manier moeten worden verkregen en vastgelegd. Verder verandert er met het verdwijnen van de overeenkomst niks aan de overige administratie rond b.v. mutaties van opleiding of keuzedelen. Door te gaan werken met opleidingsbladen, een aanpassingen die een aantal jaren terug is gerealiseerd, is al veel van deze extra inspanningen rondom het verkrijgen van handtekeningen verdwenen. Overigens blijven natuurlijk de handtekeningen die nodig zijn voor de praktijkovereenkomst nog steeds bestaan en in de praktijk hebben de administraties daar veel meer werk van.
Dit wetsvoorstel legt aan de andere kant nieuwe verplichtingen op die voor extra administratie zorgen. Met name de meldingen/verantwoording die richting de onderwijsinspectie moet worden gedaan zorgt daar voor extra administratie. Op het gebied van passend onderwijs worden nu extra meldingen verwacht. Het is het Alfa-college niet helemaal duidelijk wat dit kwantitatieve toezicht van de onderwijsinspectie bijdraagt aan de kwaliteit en tevredenheid over het passend onderwijstraject. Daarbij de kanttekening dat van een student verwacht mag worden dat hij de opleiding informeert over alle feiten en omstandigheden waarvan hij wist of had kunnen weten, dat deze van belang waren om het juiste begeleidingstraject af te spreken. Deze plicht zouden wij graag terugzien in de regelgeving. Ook leert ons de ervaring in de afgelopen jaren dat zorgplicht door de student heel ruim wordt gezien. Onze 1e- en 2e -lijns begeleiding zijn gericht op onderwijs. Maar er zijn tegen het Alfa-college de afgelopen jaren twee rechtszaken gevoerd over de invulling van deze zorgplicht. Daarbij werd door de student aan onze instelling zorgplichten toegedicht die niet in het onderwijsveld horen.