Vereisten mbo-docenten basisvaardigheden

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Vught
Datum 7 juli 2025

Vraag1

Wilt u reageren op dit wetsvoorstel? Dan kunt u hier een reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een bericht te uploaden.
Ik sta volledig achter dit wetsvoorstel. Hiermee nemen we de MBO student eindelijk serieus. Neem burgerschap: De Havist krijgt maatschappijleer in 4 of 5 havo van een eerstegraads docent maatschappijleer, dus iemand met een master. De MBO student niveau 4, die doorstroomt naar hetzelfde HBO als deze havist, krijgt burgerschap van een docent aan wie geen vakinhoudelijke eisen zijn gesteld. Ik gun elke MBO student een nét zo goed opgeleide docent basisvaardigheden als zijn leeftijdsgenoten.

Vraag2

Het wetsvoorstel gaat uit van een overgangstermijn van vijf jaar. Is dit volgens u voldoende tijd voor huidige docenten om te voldoen aan de nieuwe wet? (Zie voor nadere toelichting op het overgangsrecht paragraaf 9.2 uit de memorie van toelichting.).
Dit lijkt mij voldoende.

Vraag3

Het wetsvoorstel gaat uit van een termijn van twee jaar om het opleidingstraject van 30 studiepunten te voltooien. Deze twee jaar kan, indien daar redenen voor zijn, verlengd worden met nogmaals twee jaar. Is deze tijd voldoende om dit opleidingstraject af te ronden naast een baan als docent? (Zie voor nadere toelichting paragraaf 2.4.4 uit de memorie van toelichting.).
Voldoende, mits de opleidingsinstituten in staat worden gesteld op tijd een goede opleiding neer te zetten.

Vraag4

Om vast te stellen welke scholing voor een docent nog noodzakelijk is om onderwijs te geven als docent Nederlands, rekenen of burgerschap en of deze scholing binnen twee jaar kan worden afgerond, wordt voorafgaand aan het scholingstraject een geschiktheidsonderzoek gedaan. Een lerarenopleider en een mbo-docent voeren dit geschiktheidsonderzoek uit. De mbo-docent moet werkzaam zijn bij een andere instelling dan de aanvrager om ervoor te zorgen dat het een onafhankelijk oordeel is. Zijn dit volgens u de juiste actoren om te betrekken bij dit geschiktheidsonderzoek? (Zie voor nadere toelichting paragraaf 2.4.1 uit de memorie van toelichting.).
De lerarenopleider zou belang kunnen hebben bij de uitkomsten van het onderzoek, en is daarom wellicht minder objectief.