Vereisten mbo-docenten basisvaardigheden

Reactie

Naam Anoniem
Plaats leeuwarden
Datum 10 september 2025

Vraag1

Wilt u reageren op dit wetsvoorstel? Dan kunt u hier een reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een bericht te uploaden.
De maatregelen in het wetsvoorstel zijn begrijpelijk vanuit het streven naar kwaliteitsversterking. De argumentatie van de mbo raad dat aanvullende eisen niet nodig zijn omdat vanuit het hbo en wo deze niet gevraagd worden, is geen inhoudelijk argument. Als vanwege de onderwijskwaliteit een versterking op de kwaliteit van de basisvaardigheden noodzakelijk is, dan hoeft het mbo-mede gezien haar diverse studentgroepen- zich niet vergelijken met het hbo en wo. Studenten in het mbo zijn over het algemeen nog (deels) leerplichtig en/of kwalificatie plichtig. Een belangrijk aandachtspunt in het mbo is om de basisvaardigheden in de beroepscontext te verzorgen en daar gaat het wetsvoorstel aan voorbij. Het wetsvoorstel is sterk gericht op het creëren van nieuwe instroomroutes die voorbij gaan aan de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag van het ROC om er voor te zorgen dat docent blijvend professionaliseren. (Firda, Antje Oldenburg).

Vraag2

Het wetsvoorstel gaat uit van een overgangstermijn van vijf jaar. Is dit volgens u voldoende tijd voor huidige docenten om te voldoen aan de nieuwe wet? (Zie voor nadere toelichting op het overgangsrecht paragraaf 9.2 uit de memorie van toelichting.).
Een uniforme overgangsperiode van vijf jaar biedt duidelijkheid en rust en voorkomen moet worden dat er verschillende overgangsperiodes zijn voor verschillende docentgroepen. (Firda, Antje Oldenburg)

Vraag3

Het wetsvoorstel gaat uit van een termijn van twee jaar om het opleidingstraject van 30 studiepunten te voltooien. Deze twee jaar kan, indien daar redenen voor zijn, verlengd worden met nogmaals twee jaar. Is deze tijd voldoende om dit opleidingstraject af te ronden naast een baan als docent? (Zie voor nadere toelichting paragraaf 2.4.4 uit de memorie van toelichting.).
Het verzwaren van de pdg voor de basisvaardigheden(extra 30EC) is werkdrukverhogend en zal ontmoedigend werken om als zij-instromer in het mbo te gaan werken. Een nieuw beroep, nieuwe werkgever en zelf in opleiding gaan, die combinatie is voor veel zij-instromers al een flinke uitdaging. Zodoende zal een verzwaring van de pdg tot nog meer druk op de instroom van nieuwe docenten leiden. Het zou passender zijn om op een later moment aan de aanvullende EC's te moeten voldoen als onderdeel van de vereiste professionalsering als docent. (Firda, Antje Oldenburg)

Vraag4

Om vast te stellen welke scholing voor een docent nog noodzakelijk is om onderwijs te geven als docent Nederlands, rekenen of burgerschap en of deze scholing binnen twee jaar kan worden afgerond, wordt voorafgaand aan het scholingstraject een geschiktheidsonderzoek gedaan. Een lerarenopleider en een mbo-docent voeren dit geschiktheidsonderzoek uit. De mbo-docent moet werkzaam zijn bij een andere instelling dan de aanvrager om ervoor te zorgen dat het een onafhankelijk oordeel is. Zijn dit volgens u de juiste actoren om te betrekken bij dit geschiktheidsonderzoek? (Zie voor nadere toelichting paragraaf 2.4.1 uit de memorie van toelichting.).
Van belang is dat een stapeling van geschiktheidsverklaringen wordt voorkomen, daar is niemand bij gebaat. Daarbij achten we één geschiktheidsverklaring voor de combinatie van de basisvaardigheden niet voor alle niveaus mogelijk. Voor niveau 1 is het wezenlijk dat deze studenten één vertrouwd gezicht hebben en niet steeds wisselende docenten krijgen. Voor die docenten is een gecombineerde geschiktheidsverklaring op zijn plaats. Hierbij hebben docenten met een PABO-diploma een stevige basis in de pedagogiek, didactiek en basisvaardigheden. Zeker voor niveau 3 en 4 is een dergelijke combinatie bij één docent niet wenselijk en dus ook geen geschiktheidsverklaring voor de combinatie van de basisvaardigheden. (Firda, Antje Oldenburg)