Vereisten mbo-docenten basisvaardigheden
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Heerenveen
|
Datum
|
4 juli 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op dit wetsvoorstel? Dan kunt u hier een reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een bericht te uploaden.
Tezamen met dit voorstel is het goed om na te denken over het extra belasten van docenten uit het primair onderwijs met een PDG plicht binnen het mbo. Een PABO-opleiding zou vergelijkbaar moeten zijn met een tweedegraads bevoegdheid naar mijn mening. Wenselijk zou zijn om een desbetreffende PO docent wel te laten aansluiten bij een vakdidactische module van het te geven vak binnen het mbo. Algemene didactiek en differentiatie is iets waar PO docenten in uitblinken, waarom dan nog een PDG verplichten. Meer focus op de mbo-student icm hoe deze basisvakken vakdidactisch onderbouwd kunnen worden is daarom wenselijker dan focus op algemene didactiek en pedagogiek. Dit beheersen de meeste PO-docenten wel of 1e/2e graads docenten uit een ander vakgebied dan de genoemde basisvakken binnen het mbo.
Vraag2
Het wetsvoorstel gaat uit van een overgangstermijn van vijf jaar. Is dit volgens u voldoende tijd voor huidige docenten om te voldoen aan de nieuwe wet? (Zie voor nadere toelichting op het overgangsrecht paragraaf 9.2 uit de memorie van toelichting.).
Dit is ruim voldoende, wanneer een docent aan kan sluiten bij huidige modules binnen het hbo of wo zou kan dit binnen twee jaar ook gerealiseerd worden.
Vraag3
Het wetsvoorstel gaat uit van een termijn van twee jaar om het opleidingstraject van 30 studiepunten te voltooien. Deze twee jaar kan, indien daar redenen voor zijn, verlengd worden met nogmaals twee jaar. Is deze tijd voldoende om dit opleidingstraject af te ronden naast een baan als docent? (Zie voor nadere toelichting paragraaf 2.4.4 uit de memorie van toelichting.).
Dit is ruim voldoende.
Vraag4
Om vast te stellen welke scholing voor een docent nog noodzakelijk is om onderwijs te geven als docent Nederlands, rekenen of burgerschap en of deze scholing binnen twee jaar kan worden afgerond, wordt voorafgaand aan het scholingstraject een geschiktheidsonderzoek gedaan. Een lerarenopleider en een mbo-docent voeren dit geschiktheidsonderzoek uit. De mbo-docent moet werkzaam zijn bij een andere instelling dan de aanvrager om ervoor te zorgen dat het een onafhankelijk oordeel is. Zijn dit volgens u de juiste actoren om te betrekken bij dit geschiktheidsonderzoek? (Zie voor nadere toelichting paragraaf 2.4.1 uit de memorie van toelichting.).
Dit klinkt zeer subjectief en is wellicht demotiverend voor vele overstappende docenten. Beter is om het opleidingstraject te starten en de beginnende mbo-docent goed te begeleiden in de eerste 2-5 jaar. Meer lesbezoeken, intervisie en mogelijkheid tot tussentijds aansluiten bij hbo-vakdidactiek modules. Wetenschappelijke literatuur geeft aan dat docenten in de eerste 5 jaar het meest kwetsbaar zijn en vaak stoppen. Hier moet meer begeleiding en begrip voor zijn.