Vereisten mbo-docenten basisvaardigheden

Reactie

Naam mevrouw M de Vries
Plaats Rotterdam
Datum 2 september 2025

Vraag1

Wilt u reageren op dit wetsvoorstel? Dan kunt u hier een reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een bericht te uploaden.
Dat er aandacht moet zijn voor de kwaliteit van mbo-docenten basisvaardigheden steun ik. Echter zijn de achterstanden voor Nederlands en rekenen niet opgelopen in het mbo maar al eerder en lijkt het nu vooral dat de focus wederom op het mbo gelegd wordt.

Ik wil graag een kanttekening bij het wetsvoorstel plaatsen.
De omvang van het scholingstraject maak dat op korte termijn het tekort aan docenten basisvaardigheden mbo die voor de klas staat alleen maar toe zal nemen. Daarnaast zal de combinatie aanvullende scholing en de implementatie van de nieuwe kwalificatie -eisen voor burgerschap en de examinering hiervan en de herijking Nederlands voor het mbo veel vragen van alle docenten in die vakken. Als de docenten vervangen moeten worden omdat ze een scholingstraject moeten volgen dan hebben we met z’n allen een probleem want deze docenten zijn er gewoonweg niet.

Tevens is bij de leergang burgerschap meermaals naar voren gekomen dat de hogescholen de doelgroep van het mbo (niveau 1 t/m 4 en bol en bbl studenten) amper kennen. De expertise voor scholingstrajecten in het mbo zitten veel meer in de mbo-academies. Ook is niet duidelijk wat dan de inhoud van de scholingstrajecten is. Ik ben bang dat er docenten het mbo zullen verlaten als dit wetsvoorstel er doorheen komt. De impact van dit wetsvoorstel wordt dusdanig onderschat voor zowel de mbo-scholen (docenten, management/bestuurders) en de hogescholen die de trajecten moeten uitvoeren.

Vraag2

Het wetsvoorstel gaat uit van een overgangstermijn van vijf jaar. Is dit volgens u voldoende tijd voor huidige docenten om te voldoen aan de nieuwe wet? (Zie voor nadere toelichting op het overgangsrecht paragraaf 9.2 uit de memorie van toelichting.).
Nee dat is het niet. Ongeacht het aantal docenten die deze opleiding moeten gaan volgen. Het grootste aandeel zal vooral docenten rekenen en burgerschap betreffen die een scholingstraject moeten gaan volgen. Veel docenten hebben al de leergang burgerschap gevolgd, geeft deze vrijstelling? Zal wet netjes zijn als deze docenten op een bepaalde hiervoor ‘beloond’ worden en niet net als de docenten die hier niet aan wilde deelnemen het hele professionaliseringstraject moeten doorlopen.
Wat als een docent dat niet wil omdat deze dat met zijn huidige baan en zijn privé leven niet gebolwerkt krijgt?

Het is nog maar de vraag of deze scholingstrajecten incompany gegeven kunnen worden of dat docenten ook nog naar een hogeschool moeten afreizen (ik zie dit als geld rondpompen van mbo naar hbo). Het is ook onduidelijk wat er met de arbeidsovereenkomst van docenten gebeurt, mochten zij de professionaliseringtrajecten niet met goed gevolg afsluiten.
De focus moet vooral liggen in de kwaliteitsverbetering van de opleidingen die nu toeleverancier zijn van nieuwe docenten in deze vakken. Uit ervaring weet ik dat lerarenopleidingen minimaal aandacht besteden aan lesgeven in het mbo en de focus voor 90% op het vo ligt. Hoe gaan we hier in de toekomst mee om? Zo is er b.v. geen opleiding voor rekendocent in het mbo, na deze professionaliseringstrajecten ook niet, persoonlijk vind ik dat erg vreemd. Dit getuigt van een korte termijnvisie.

Vraag3

Het wetsvoorstel gaat uit van een termijn van twee jaar om het opleidingstraject van 30 studiepunten te voltooien. Deze twee jaar kan, indien daar redenen voor zijn, verlengd worden met nogmaals twee jaar. Is deze tijd voldoende om dit opleidingstraject af te ronden naast een baan als docent? (Zie voor nadere toelichting paragraaf 2.4.4 uit de memorie van toelichting.).
30 ECTS -/ 840 sbu is omvangrijk, zeker voor een parttimers (of docenten met een combi baan). Gezien de regionale arbeidsmarkttekorten en het docentenkort mbo-basisvaardigheden zijn deze collega’s onmisbaar. Zelfs verspreid over vier jaar is dit een substantieel deel van de jaartaak voor deze mensen (want daarnaast moeten er ook teamtaken vervuld worden). Daarnaast wordt niet gekeken naar de belastbaarheid van mbo docenten, deze ervaren nu al enorme werkdruk en dan wordt er wordt er ook nog van ze verwacht een professionaliseringstraject te volgen. Met als gevolg meer ziekteverzuim?
Daarnaast is het zeer de vraag of er vanaf de start voldoende goed opgeleide opleiders vanuit de hogescholen beschikbaar zijn, en of er binnen de scholen ruimte en tijd is om dit grootschalige leertraject goed te faciliteren. Wordt er nog lesgegeven?

Vraag4

Om vast te stellen welke scholing voor een docent nog noodzakelijk is om onderwijs te geven als docent Nederlands, rekenen of burgerschap en of deze scholing binnen twee jaar kan worden afgerond, wordt voorafgaand aan het scholingstraject een geschiktheidsonderzoek gedaan. Een lerarenopleider en een mbo-docent voeren dit geschiktheidsonderzoek uit. De mbo-docent moet werkzaam zijn bij een andere instelling dan de aanvrager om ervoor te zorgen dat het een onafhankelijk oordeel is. Zijn dit volgens u de juiste actoren om te betrekken bij dit geschiktheidsonderzoek? (Zie voor nadere toelichting paragraaf 2.4.1 uit de memorie van toelichting.).
Dit slaat werkelijk nergens op. Ik denk dat mbo-scholen heel goed zelf kunnen bepalen welke docenten in aanmerking komen. Dit is geldverspilling, werkverschaffing en een blijk van wantrouwen richting het mbo.