Wetsvoorstel macrodoelmatigheid mbo

Reactie

Naam Aventus (drs. MMO A.J. Veldman)
Plaats Apeldoorn
Datum 5 augustus 2013

Vraag1

Volstaat het wetsvoorstel om te zorgen voor goede aansluiting van het mbo-onderwijs op de arbeidsmarkt en een evenwichtige spreiding van het opleidingenaanbod?
Naar de mening van Aventus is dit een onevenwichtig voorstel: het wetsvoorstel hanteert een eenzijdige en simpele redenering. De werkelijkheid is dat de arbeidsmarktontwikkelingen niet voorspelbaar zijn, vaak in snel tempo (kunnen) wijzigen. Al jaren zien we dat macro-economische voorspellingen in korte tijd door de werkelijkheid worden achterhaald Het moment waarop een student kiest voor een opleiding en de tijd die nodig is om tot een diploma te komen, behelst meerdere jaren. De keuze van het MBO-aanbod per ROC is gebaseerd op een complex proces van interactie tussen regionale ambities en ontwikkelingen in individuele en gecombineerde bedrijven en bedrijfstakken. Gebleken is dat het regulerend vermogen op regionaal niveau de laatste jaren sterk is toegenomen en dat een wetsvoorstel als deze daarmee achterloopt op de werkelijkheid. En bovendien onwenselijke blokkades opwerpt voor een ROC om adequaat in te spelen op nieuwe behoeftes vanuit de (regionale) arbeidsmarkt.
Daarbovenop komt nog dat de doorstroom naar het HBO in het wetsvoorstel onvoldoende in ogenschouw wordt genomen.

Vraag2

Wat zijn (wetteljike) belemmeringen die onderwijsinstellingen ervaren bij samenwerking met andere instellingen, met tot doel te zorgen voor een meer doelmatig opleidingenaanbod?
Volgens Aventus zijn er nauwelijks wettelijke belemmeringen. De WEB biedt voldoende kaders en instrumenten aan de onderwijsinspectie om de aansluiting van het middelbaar beroepsonderwijs op het onderwerp Doelmatigheid te stimuleren/controleren. Het verdient wel aanbeveling om de gekunstelde grens tussen AOC’en ROC’s weg te nemen, zeker nu er in de groene sector steeds meer sprake is van zogenoemde cross-over functies en derhalve er meer behoefte ontstaat om ook met opleidingen vanuit het ROC-palet daar meer en beter op in te kunnen spelen.
Voor adequate samenwerking in het kader van doelmatigheid heeft de SBB recentelijk een rol toebedeeld gekregen. Dit is in de ogen van Aventus een goede wijze om eventuele interventies vorm te geven. Een rol van de inspectie is in dit licht eerder blokkerend dan stimulerend (de inspectie dient zich vanuit het perspectief van kwaliteit te richten op onderwijs, niet vanuit het perspectief van portfolio danwel concurrentie).