Landelijke Doelen Natura 2000

Reactie

Vraag2

Gebied-specifieke doelen voor Brabantse Wal,
Het Natura 2000-reservaat "De Brabantse Wal" had een hoge biodiversiteit met waardevolle stuifzanden,natte en droge heideterreinen in de Ossendrechttse duinen, met een schitterende schakering grote en kleine vennen en een rijk gevarieerd buitengebied tussen de dorpskernen Sinds 1980 worden broedvogels op de Brabantse Wal gemonitord door de VWG Bergen op Zoom.
In de korte periode sinds 1980 zijn heel veel bijzondere vogelsoorten als broedvogels verdwenen. Dit ten gevolge van verdroging, stikstofdepositie, waardoor bloemen en insecten verdwenen, in combinatie met het gebruik van "gewasbeschermers"en twee door de mens geïntroduceerde virusziekten bij konijnen, waardoor de konijnenstand te gronde ging en natuurlijk beheer van de heide wegviel.
Uit de Ossendrechtse duinen verdwenen de volgende typische soorten van stuifzand, droge en vochtige heide: Bergeend, Geelgors, Korhoen, Patrijs, Tapuit, Torenvalk, Wulp en Zomertortel.
Op de vennen op de Brabantse Wal zijn na 2000 {of al eerder} de volgende broedvogels niet meer vastgesteld als broedvogel: Fuut, Grutto, Kokmeeuw, Pijlstaart, Smient, Tureluur, Watersnip, Zomertortel en Zwartkopmeeuw. Ook de onregelmatige broedvogels Roodhalsfuut en Steltkluut zijn nooit meer vastgesteld.
Uit het kleinschalige landschap tussen de dorpen zijn Braamsluiper, Geelgors, Ortolaan, en Ringmus verdwenen, terwijl Huiszwaluw, Spotvogel, Patrijs en Steenuil uitermate schaars zijn geworden. Ze werden teruggedrongen naar de randen van de Brabantse Wal en staan op het punt om ook te verdwijnen.
Het toekomstig Natura 2000-beleid zou gericht moeten zijn op herstel van de oorspronkelijke biodiversiteit en waterhuishouding in dit sterk verarmde Natura 2000-reservaat, zodat er weer voldoende draagkracht komt voor de recent verdreven soorten.