Wetsvoorstel kleine klassen

Reactie

Naam J.T. Vennik
Plaats Zegveld
Datum 12 februari 2016

Vraag1

Wat is uw reactie op het voorstel?
Een maximale klassengrootte van 23 leerlingen, met financiele compensatie zoals in dit wetsvoorstel voorgesteld acht ik zowel onderwijskundig als financieel (op personeelsgebied) goed en haalbaar. Het verlagen van de maximale klassengroote in combinatie met het wettelijke gemiddelde zal de kwaliteit van het onderwijs verbeteren. Tevens ben ik van mening dat de voorgestelde wet de beoogde doelen van het ingevoerde passend onderwijs (welke tevens in mijn opinie overall een goede manier van onderwijs is) haalbaar maken. Met grote klassen is passend onderwijs namelijk een illusie.

Vraag2

Heeft u nog suggesties of eventuele verbeteringen vanuit de onderwijspraktijk?
Hoewel het ruimteaspect en daarmee samenhangende financiele aspect wel worden genoemd, gaat het in de toelichting t.a.v. de onderwijshuisvesting enkel over nieuwbouw/uitbreiding door de gemeente, echter is vaak het huidige reguliere budget voor onderhoud al te laag.
Daar bovenop komt dat de decentrelisatie van het buitenonderhoud middels een koude overdracht is gebeurd, waardoor (m.n.) scholen met oudere gebouwen (die technisch nog niet aan vervanging toe zijn) fikse onderhoudslasten hebben om de voorziening voldoende op te bouwen voor de aankomende kosten. Dit heeft vanuit goed financieel beheer direct effect op de groepsgrootte. Door de koude overdracht worden betreffende scholen genoodzaakt om ergens anders op te bezuinigen, wat al snel de personele bezetting betreft, wat betekent dat de klassengrootte juist groter wordt.
Een bijkomend voorstel zou derhalve moeten zijn dat de reservering die er per 1/1/2015 voor onderhoud van enig schoolgebouw had moeten zijn alsnog voor tenminste 80% wordt uitgekeerd aan de scholen, waarmee al een deel van het probleem van de klassengrootte opgelost wordt.