Wet kind, draagmoederschap en afstamming

Reactie

Naam Stichting Zwanger voor een Ander (P van Berkel)
Plaats Utrecht
Datum 30 april 2020

Vraag1

Wilt u reageren op het wetsvoorstel dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Wij hebben het wetsvoorstel gelezen en zijn onder de indruk van de inhoud. De stichting Zwanger voor een Ander, die zich specifiek op draagmoederschap richt, is erg blij met dit wetsvoorstel en de verbeteringen die dit inhoudt voor kinderen, draagmoeders en wensouders.

We willen nog wel graag aandacht vragen voor twee punten.

Ten eerste: het kenbaar maken dat iemand anders dan jijzelf een draagmoeder zoekt of draagmoeder wil zijn, wordt verboden. Waar zal deze grens liggen?

Is het bijvoorbeeld toegestaan om een individueel bericht op social media voor iemand te delen wanneer hij/zij in dat bericht aangeeft op zoek te zijn naar draagmoederschap? Is het toegestaan mensen op een website de ruimte te bieden hun wens daar kenbaar te maken, wanneer daar verder niet actief in wordt bemiddeld? We zouden graag zien dat dat helderder wordt verwoord.

Ten tweede: in het wetsvoorstel is opgenomen dat ook het huidige traject, waarin adoptie na draagmoederschap geruime tijd na de geboorte plaatsvindt, een mogelijkheid blijft.
Dit baart ons toch zorgen.

We beseffen dat ook de huidige route moet blijven bestaan voor situaties waar sprake is van fait accompli. Dat is in het belang van het kind. Maar we vrezen dat mensen nog steeds zullen kiezen voor het huidige/oude traject uit financiële overwegingen óf omdat ze de nieuwe regeling met verplichte counseling en begeleiding te tijdrovend en overbodig achten.

Kan ervoor worden gezorgd dat het bestaande ongereguleerde traject zowel financieel als juridisch gezien niet aantrekkelijker of eenvoudiger zal zijn dan de nieuwe regeling? Ook in het huidige traject zouden een draagmoederschapsovereenkomst, counseling en begeleiding essentieel moeten zijn. Wij zijn van mening dat de nieuwe route gestimuleerd moet worden of, anders gezegd, de huidige route ontmoedigd moet worden.

In het kader daarvan achten wij het dan ook onwenselijk dat er voor start van de procedure binnen de nieuwe regeling sprake zou zijn van een wachtlijst; ook dit zou namelijk tot gevolg kunnen hebben dat draagmoeders en wensouders de nieuwe regeling zullen vermijden.

Behoudens de bovengenoemde punten zijn wij erg content met de mogelijkheden die dit wetsvoorstel biedt voor onze achterban. Wij hopen dan ook dat het voorstel snel zal worden omgezet in wetgeving, en draagmoederschap daarmee veel beter wordt verankerd in de Nederlandse wet.

Namens het bestuur
Pauline van Berkel
Voorzitter van de Stichting Zwanger voor een Ander