Wet internationalisering in balans

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Den Haag
Datum 14 september 2023

Vraag1

Wilt u reageren op de maatregelen in het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een bericht te uploaden.
Grosso modo kan Hogeschool Inholland zich vinden in de inhoud van het wetsvoorstel. We willen wel benadrukken dat er grote verschillen zijn tussen WO en HBO waar het gaat om de instroom van internationale studenten. In het HBO was het aantal internationale studenten in studiejaar 2022-2023 ca 8,3%, terwijl op basis van de voorlopige instroomcijfers 2023-2024 het absolute en relatieve aantal internationale studenten in de bachelor afneemt. Bovendien is de grootste groep van de internationale studenten uit de buurlanden afkomstig. Het grootste aandeel Engelstalig onderwijs zit in de Master in het WO, maar daar is de voorgestelde “Toets anderstalig onderwijs” niet op van toepassing. Wij vragen ons daarom af of dit wetsvoorstel wel de beoogde doelstellingen bereikt. Ook willen we meegeven dat internationale oriëntatie van het werkveld in de wet genoemd zou moeten worden als reden voor Engelstalige opleidingen. Dat is bijvoorbeeld het geval in de kunstsector. Daarbij willen we ook graag benadrukken dat de rijke leeromgeving van de mixed classrooms vele voordelen biedt voor de diversiteit van de opleiding en de instelling als geheel.

Vraag2

Hoe beoordeelt u de uitvoerbaarheid voor de onderwijspraktijk en heeft u nog suggesties om de uitvoerbaarheid te bevorderen?
Hoewel wij waarde zien in het aanbieden van de Nederlandse taal in Engelstalige opleidingen stelt de voorgestelde inspanningsverplichting ons voor een grote uitvoeringsuitdaging voornamelijk vanwege het feit dat diverse Nederlandse taal en cultuurmodules moeten worden aangeboden voor Nederlandse en internationale studenten. Bovendien wordt hierdoor een inhoudelijk onderscheid gemaakt tussen opleidingen die zowel in het Nederlands als in het Engels worden aangeboden. Indien dit buiten het curriculum moet worden georganiseerd is er extra bekostiging nodig. Indien dit vanuit de huidige bekostiging moet worden gefinancierd dan kan dit alleen ten koste van het curriculum. Dat laatste vinden wij een onwenselijk ontwikkeling.