Wet internationalisering in balans

Reactie

Naam HAN University of Applied Sciences (Beleidsadviseur internationalisering C Bos)
Plaats Arnhem
Datum 14 september 2023

Vraag1

Wilt u reageren op de maatregelen in het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een bericht te uploaden.
Om aan te sluiten bij de woorden die minister Dijkgraaf koos tijdens zijn optreden in Op1 (maandag 5 september 2023); ook wij willen een stuur en rem op de instroom van buitenlandse studenten. We kunnen niet anders dan toejuichen dat we als onderwijs goed en strategisch nadenken over het aantrekken en behouden van buitenlandse studenten. Als onderwijs samen; want wij hebben als hbo-instelling op dit moment last van berichtgevingen en sentiment rondom instroom van buitenlandse studenten. We vertellen liever hoe onze situatie werkelijk is. Om te sturen en remmen is volgens ons een ander wetsvoorstel nodig dan nu voorligt. Namelijk een wetsvoorstel dat instellingen, van mbo tot en met wo, meer instrumenten geeft om te sturen en - waar in het onderwijsstelsel nodig - te remmen.

Bij de HAN zien we internationalisering als middel om ons onderwijs en onderzoek te verrijken. Juist die verrijkende waarde van internationalisering die wij centraal zetten, missen wij in het wetsvoorstel. Het wetsvoorstel beoogt “instrumenten te bieden waarmee de voordelen van internationalisering worden versterkt en de nadelen ervan worden beperkt”. We zien echter weinig tot geen uitwerking van de versterking, terwijl we dat als hbo in het algemeen en HAN juist graag uitdragen.

We vinden het wetsvoorstel voor het hbo niet-proportioneel: de situatie in en de andere aard van het hbo rechtvaardigen niet een dermate vergaande ingreep in de systematiek van de wet, waaronder een ingreep in het curriculum. Wij zijn van mening dat we met het voorliggende wetsvoorstel niet het probleem bij de bron aanpakken. We roepen op om in het wetsvoorstel de oplossingen te zoeken op de plekken waar momenteel de grootste problemen en uitdagingen zich voordoen.

Vraag2

Hoe beoordeelt u de uitvoerbaarheid voor de onderwijspraktijk en heeft u nog suggesties om de uitvoerbaarheid te bevorderen?
Ten eerste valt ons op, de mogelijkheid om eenzijdig door de minister in het bestel in te kunnen grijpen. Dit lijkt ons absoluut niet wenselijk. Dit gaat in tegen een eerder besluit tot meer zelfbeschikkingsruimte voor kennisinstellingen.

Ten tweede, vinden we dat de voorgestelde wetgeving onvoldoende rekening houdt met de consequenties voor en nodige inspanningen (uitvoerbaarheid, organisatie, middelen) vanuit instellingen voor welzijn van studenten en docenten. Nederlandse taalvaardigheid past niet altijd hierbij of bij het profiel en de motivatie van de student om hier te komen studeren. We willen aandacht vragen voor het welzijn van buitenlandse studenten en docenten. De in 2.1 genoemde ‘Inspanningsverplichting bevorderen Nederlandse taalvaardigheid' dient ons inziens te worden aangevuld met 'impact op en inspanningen voor het welzijn van buitenlandse studenten'. Dit geldt met name voor technische opleidingen. Buitenlandse studenten kiezen in veel gevallen voor een studie om kennis en competenties te behalen die horen bij de inhoud van de opleiding (vak) en graad. We zijn trots op het feit dat buitenlandse studenten voor die gewenste kennis en competenties kiezen voor Nederland en kiezen voor de HAN.

Ten derde zijn we niet blij met de consequenties van deze wet voor onze instelling. We zullen als hogeschool op basis van de voorgelegde wet en de grofmazige lijn per onderwijseenheid binnen de opleidingen en trajecten moeten bepalen of deze Engelstalig is of niet (in lijn met het uitgangspunt in de wet). Voor het taalbeleid moeten we in gesprek met de Medezeggenschapsraad. Voor een inschatting van overige consequenties, hangt veel af van de werkwijze van de (nieuwe) adviescommissie CDHO.

Tot slot constateren wij dat het woord ‘primair’ - bij de gestelde uitgangspunten – onbedoeld kan leiden tot grote onduidelijkheid in de markt. Er staat: ‘(6) Studenten primair opleiden voor de Nederlandse samenleving, maar met aandacht voor de bredere internationale context’. Deze onduidelijkheid zal de uitvoerbaarheid en flexibiliteit belemmeren. We zien dan ook graag het woord ‘primair’ weggehaald worden.