Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

De Wet toezicht informeel onderwijs (WTIO), die is aangenomen als wetsvoorstel, is een zorgwekkende ontwikkeling. Het voorstel om toezicht te houden op informeel onderwijs, zoals dat gegeven wordt in moskeeën en andere geloofsinstellingen, kan worden gezien als een inbreuk op de vrijheid van godsdienst en vereniging, beide fundamentele rechten in onze democratie.

Deze wet lijkt gericht op het reguleren van activiteiten die vanuit het geloof of de gemeenschap worden georganiseerd, zoals lessen in de moskee waarin kinderen leren over hun religie, waarden en cultuur. Zulke lessen zijn vaak essentieel voor het doorgeven van tradities en identiteit binnen gemeenschappen. Dat de overheid hierop toezicht zou willen uitoefenen, wekt de indruk dat men wantrouwend staat tegenover bepaalde geloofsgemeenschappen. Dit kan leiden tot stigmatisering en polarisatie, terwijl deze lessen in werkelijkheid vaak bijdragen aan morele vorming, saamhorigheid en integratie.

Bovendien is het belangrijk om te benadrukken dat informeel onderwijs niet hetzelfde is als regulier onderwijs. Ouders hebben het recht om hun kinderen op te voeden en bij te brengen wat zij belangrijk vinden. De overheid heeft al voldoende middelen om in te grijpen bij eventuele signalen van extremisme of misstanden. Een nieuwe wet die op alle informele onderwijsactiviteiten toezicht houdt, is overbodig en zet de deur open voor overregulering en controle die schadelijk kan zijn voor vrijheden en vertrouwen in de samenleving.

In plaats van te proberen dit soort onderwijs te reguleren, zou de overheid meer aandacht moeten besteden aan samenwerking met gemeenschappen om eventuele problemen gezamenlijk op te lossen. Dit soort top-down toezicht zorgt alleen maar voor spanningen en een gevoel van uitsluiting. Daarom is het cruciaal om deze wet niet door te laten gaan.