Herimplementatie Europees strafrecht

De rechterlijke macht, het openbaar ministerie, de advocatuur, verdachten en zogeheten ‘opgeëiste personen’. Ook slachtoffers van discriminatoire uitlatingen alsmede actie- en belangengroepen die zich richten op de bestrijding van discriminatie, waaronder racisme en antisemitisme

Over het kaderbesluit inzake het Europees aanhoudingsbevel is veel jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie uit Luxemburg waarin bepalingen van het kaderbesluit dwingend worden uitgelegd. De belangrijkste wijziging van de Overleveringswet ziet op de toebedeling van een aantal bevoegdheden van de officier van justitie en van de Minister van Justitie en Veiligheid aan de Internationale rechtshulpkamer van de rechtbank Amsterdam, als uitvoerende rechterlijke autoriteit.

Het kaderbesluit racisme en vreemdelingenhaat bevat de verplichting om specifieke racistische of xenofobe uitlatingen expliciet strafbaar te stellen: kort gezegd gaat het om bepaalde vormen van het publiekelijk vergoelijken, ontkennen of verregaand bagatelliseren van bepaalde internationale misdrijven (zoals Holocaustontkenning), gericht tegen een groep personen bijvoorbeeld wegens hun nationale of etnische afkomst. Naar aanleiding van deze verplichting wordt aan de strafbaarstelling van groepsbelediging een artikellid toegevoegd. Daarin wordt uitdrukkelijk vastgelegd dat de genoemde specifieke uitlatingen, indien deze een groepsbeledigend karakter hebben, onder het bereik van groepsbelediging vallen.

• Concept wetsvoorstel Herimplementatie Europees strafrecht (452 kB) PDF
  Downloaden Concept wetsvoorstel Herimplementatie Europees strafrecht
• Concept memorie van toelichting (2,8 MB) PDF
  Downloaden Concept memorie van toelichting
• Beantwoording IAK-vragen (115 kB) PDF
  Downloaden Beantwoording IAK-vragen