Wet herziening wettelijke grondslagen kerndoelen

Reactie

Naam Landelijk Overleg Opleiders Maatschappijleer en Maatschappijwetenschappen (LOOMM) (drs. A.A. Pormes)
Plaats Leiden
Datum 17 september 2023

Vraag1

Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een bericht te uploaden.
Het landelijk overleg van lerarenopleiders maatschappijleer (LOOMM) is enthousiast over de ambitie van de wetgever om 3 zaken te realiseren:
• wettelijke grondslag voor Kerndoelen op het gebied van burgerschap en digitale geletterdheid;
• werken met leergebieden;
• harmonisatie begripsgebruik in de verschillende wetten.

Het LOOMM is van menig dat de herziening van de wettelijke grondslag kerndoelen een uitgelezen mogelijkheid biedt om een omissie in de huidige wetgeving te verhelpen.

In het voorstel artikel 14c & 14f lid 3 WEC zou bij de van uitsplitsing van het leergebied mens en maatschappij Maatschappijleer toegevoegd kunnen worden. Dit sluit aan bij het advies van de staatscommissie Parlementair Stelsel (commissie Remkes) uit 2018 om maatschappijleer een verplicht vak te maken in het gehele voortgezet onderwijs (p.258) en zo het onderwijs over de democratische rechtsstaat te versterken, in het bijzonder ook de kerndoelen burgerschap.
Het schoolvak maatschappijleer is al vele jaren een verplicht vak maar met slechts een beperkt bereik: op de meeste scholen wordt het vak slechts 1 jaar gegeven en alleen in de bovenbouw. Met het expliciet opnemen in de wettelijke grondslag van kerndoelen kan een doorlopende leerlijn worden gerealiseerd. In de huidige discussies rondom de conceptvoorstellen van de vakvernieuwingscommissie maatschappijleer, wordt met regelmaat het belang van zo’n doorlopende leerlijn benoemd door docenten en lerarenopleiders.

Ditzelfde geldt ook voor artikel 2.13 lid 2 WVO2020. Ook daar zou expliciet Maatschappijleer aan de rij toegevoegd kunnen worden om dezelfde redenen als hierboven genoemd staan.

Vraag2

Burgerschap en Digitale Geletterdheid zijn nieuwe leergebieden in de wet. Dit moet omdat leerlingen hier te weinig over leren. Er worden geen andere leergebieden toegevoegd aan de wet. Andere leergebieden staan er namelijk al in, horen niet bij de taak van het onderwijs of zijn te specifiek om in de wet op te nemen en krijgen daarom een plek in de kerndoelen. Wat vindt u van deze keuze? Indien u van mening bent dat een ander leergebied ook zou moeten worden toegevoegd: welk leergebied zou er dan uit moeten om te voorkomen dat het onderwijs te vol raakt?
Het toevoegen van deze twee leergebieden lijkt ons zinvol in het kader van algemene vorming van leerlingen.

Vraag3

In de tabellen in de memorie van toelichting op de wet staan de verschillen tussen de huidige wetten en de voorgestelde veranderingen.
- Passen de gekozen nieuwe begrippen bij alle sectoren? Welke wel/niet en waarom?
Over de voorgestelde terminologie hebben wij geen uitgesproken mening. Het streven naar eenheid in terminologie vinden wij begrijpelijk in verband met herkenbaarheid.

Vraag4

- In sommige gevallen worden begrippen expres niet gelijk gemaakt. Het gaat om:
1. Natuur in po en natuurkunde en scheikunde in vo;
2. Lichamelijke oefening in po en lichamelijke opvoeding in vo;
3. Geestelijke stromingen alleen in po;
4. Economie alleen in vo;
5. Gedrag in het verkeer alleen in po.
6. Papiaments alleen in WPO BES en geen Engels bij uitstroomprofiel dagbesteding;
De redenen zijn dat de naam niet past in die sector (1 en 2);
toevoeging aan de andere sector heeft gevolgen voor de lespraktijk (2, 3, 4 en 5 zouden nieuw zijn voor die sectoren); Papiaments hoort bij de regio en Engels is niet haalbaar voor de doelgroep dagbesteding (6).

Wat vindt u van deze keuze?
Dit is vooral aan de (verenigingen van) docenten van de betrokken vakken.

Vraag5

- Sommige begrippen zijn geactualiseerd of samengevoegd. Het gaat om:
1. Informatiekunde - digitale geletterdheid (ook een verbreding)
2. Verzorging - sociale redzaamheid en gezond gedrag
3. Zintuiglijke en lichamelijke oefening - lichamelijke oefening
Onze inschatting is dat deze begrippen beter beschrijven wat leerlingen moeten leren. Wat vindt u van deze keuze?
Dit is vooral aan de (verenigingen van) docenten van de betrokken vakken. Zorgvuldige afstemming tussen betrokkenen van informatiekunde en maatschappijleer is wel gewenst, aangezien de rol van massamedia in bijvoorbeeld socialisatie en politieke besluitvorming bij maatschappijleer een belangrijke plek inneemt.

Vraag6

Passen de voorstellen voldoende bij alle onderwijssectoren, in het bijzonder bij speciaal onderwijs en Caribisch Nederland? Met andere woorden: gaat de harmonisatie niet ten koste van de eigenheid van verschillende sectoren?

Hier hebben wij niet volledig zicht op, maar het lijkt ons zinnig te differentiëren in kennis die per gebied relevant is. Dus bijvoorbeeld in Caribisch Nederland specifieke staatsinrichting behandelen die voor dat eiland relevant is. Houdt daarbij rekening met de uitwerking van de Kerndoelen (AMvB).

Bijlage