Besluit gelijke kans op doorstroom

Reactie

Naam Jurion (mr W.D. Berkhout)
Plaats Utrecht
Datum 27 december 2019

Vraag1

Wat vindt u van de doorstroomvoorwaarde (extra vak)?
Jurion is positief over de doorstroomvoorwaarde, nu het wetsvoorstel in samenhang met deze Amvb recht doet aan het leerrecht van leerlingen. Jurion juicht toe dat leerlingen een concreet recht op doorstroming ontlenen aan de wijzingen en dat de vrijheid van de schoolbesturen op dit punt wordt ingeperkt.

In navolging van het advies van de afdeling advisering bij het wetsvoorstel resulterende in het voorgestelde art. 27a Wvo (Kamerstukken II, 2018/19, 35195, nr. 4, p. 5) is een punt van aandacht ons inziens dat niet alle scholen leerlingen de mogelijkheid bieden om in een extra vak eindexamen te doen (zie hiervoor bijvoorbeeld de cijfers uit de Nota van toelichting (onder 3.2.3 (B8163.K-1), en ook niet hoeven aan te bieden (art. 8 lid 2 van het Eindexamenbesluit).
Zolang niet alle scholen leerlingen daadwerkelijk de mogelijkheid bieden om een extra vak te volgen, kan het doel van het wetsvoorstel om de mogelijkheid van doorstroming voor alle scholen te uniformeren (Kamerstukken II, 35195, nr. 3, p. 2, 7 en 15) slechts gedeeltelijk worden bereikt. Zeker bij kleinere scholen -bijvoorbeeld in het speciaal onderwijs waarbij binnen het uitstroomprofiel vervolgonderwijs op grond van art. 14a lid 2 Wec een bevoegd gezag niet elk profiel hoeft aan te bieden- kunnen er (feitelijke) beperkingen bestaan voor het kunnen volgen van een extra vak.

Jurion zou graag zien dat op het bevoegd gezag een informatieplicht komt te rusten dat een leerling een extra vak moet volgen om in aanmerking te komen voor het doorstroomrecht.

Tot slot vraagt Jurion zich af hoe de voorwaarde van een extra vak zich verhoudt tot artikel 10 lid 2 Wvo en het ondanks gerealiseerde toelatingsrecht in het MBO. Conform de wettelijke opdracht is een profiel op het vmbo-t ingericht op aansluiting op een naar inhoud verwante opleiding in het aansluitend beroepsonderwijs (sub b) én op voorbereiding op de HAVO (sub c). De vmbo-leerling heeft echter op grond van zijn vooropleiding slechts een toelatingsrecht op het aansluitende beroepsonderwijs, terwijl de wettelijke opdracht is om de leerling op te leiden voor beide.

Vraag2

Wat vindt u van de regels over doubleren?
Jurion heeft geen opmerkingen over de regels van doubleren en juicht het toe dat een einde gemaakt wordt aan de mogelijkheid om een onderscheid te maken naar de gevolgde schoolloopbaan bij doubleren.

Vraag3

Heeft u overige opmerkingen?
De nota van toelichting formuleert ons inziens soms te kort door de bocht door te stellen dat ‘de havoschool alleen toelatingsvoorwaarden aan gediplomeerde leerlingen mag stellen die bij amvb mogelijk zijn gemaakt’ (Nota van toelichting, onder 2.1 Vmbo-havo (B8163.K-1). De Amvb ziet echter slechts op de inhoudelijke geschiktheid van de leerling. Toelatingsvoorwaarden op capaciteit of denominatie vallen hier bijvoorbeeld buiten (zie ook Kamerstukken II, 2018/19, 35195, nr. 3, p. 13).

In de nota van toelichting (onder 5. Gevolgen) (B8163.K-1) stelt de Minister dat scholen er wel voor kunnen kiezen om en cijfereis te blijven hanteren voor leerlingen die geen extra vak hebben gevolgd. Dit staat echter op gespannen voet met de memorie van toelichting (Kamerstukken II, 35195, nr. 3, p. 9), die stelt dat de regering een eigen oordeel door het bevoegd gezag over de inhoudelijke geschiktheid van de leerling als voorwaarde voor de toelating tot havo 4 wil uitsluiten.

Op grond van artikel 27a lid 1 Wvo mag het bevoegd gezag een gediplomeerde leerling niet weigeren op grond van een oordeel over diens kennis, vaardigheden of leerhouding. In afwijking van artikel 27a, lid 1 Wvo mag het bevoegd gezag conform artikel 27a, lid 2 Wvo de doorstroom van een gediplomeerde leerling die niet voldoet aan een bij Amvb aangewezen voorwaarde met betrekking tot kennis, vaardigheden of leerhouding wél weigeren. Een cijfereis maakt geen onderdeel uit van de voorgestelde voorwaarden uit de ter consultatie liggende Amvb. Een cijfereis is volgens Kamerstukken II, 2018/19, 35195, nr 3, p. 9 echter wél een voorwaarde met betrekking tot kennis, vaardigheden of leerhouding van de leerling.

Nu de ter consultatie voorliggende Amvb géén grondslag biedt voor een cijfereis, kan het bevoegd gezag doorstroom van gediplomeerde leerlingen niet weigeren op grond van een cijfereis, ook niet bij leerlingen die géén extra vak hebben gevolgd.

Jurion juicht het gelet op het leerrecht van leerlingen toe als leerlingen die geen extra vak hebben gevolgd ook de mogelijkheid krijgen om door te stromen. Gezien het voorgaande bestaat echter het risico dat het bevoegd gezag de cijfers van de gediplomeerde leerlingen zonder extra vak straks op grond van art. 27a jo 10 Inrichtingsbesluit Wvo niet rechtsgeldig kan betrekken bij de toelatingsbeslissing. Daarmee kan de inperking van de beleidsvrijheid negatief uitpakken voor de leerlingen die géén extra vak hebben gevolgd.