Wet gegevensvergaring openbare orde

Reactie

Naam G Peters
Plaats Kampen
Datum 18 augustus 2025

Vraag1

Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Art 3 lid 1 heeft het over onderzoek naar persoonsgegevens, lid 2 verbiedt het onderzoek doen naar een persoon. Tegenstrijdig. In MvT staat dat het soms niet te voorkomen is dat persoonsgegevens mee worden genomen omdat het erg vermengd is met de feitelijkheden waarnaar men soms op zoek is. Dat is nog weer wat anders dan actief zoeken naar persoonsgegevens. Een voorbeeld van hoe het zou kunnen zijn:

"In geval van een ernstige verstoring van de openbare orde, dan wel indien er aanwijzingen
bestaan dat een ernstige verstoring van de openbare orde zal plaatsvinden, kan de burgemeester,
na een daartoe verleende machtiging van de rechter-commissaris, bevelen dat een ambtenaar van
politie in verband met die ernstige verstoring zoekt naar feitelijkheden over de ernstige verstoring, niet betreffende specifieke personen. Als bij vastlegging door verknoping van voornoemde feitelijkheden en persoonsgegevens vastlegging van persoonsgegeven niet te voorkomen is dan is dit toegestaan."

Art 3 lid 4 en art 4 lid 3 - ordeverstoring heeft geen doorlopend karakter, waarom dan oneindig door kunnen zoeken?

Algemeen:
Ik lees diverse voorbeelden/situaties (bijvoorbeeld MvT 2.2.1) waar je volgens mij op basis van artikel 27 Sv ook onderzoek kan doen, waar nodig en toegestaan met een meer dan geringe inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Waarom dat hier dan ook meenemen? Als er geen noodzaak gevoeld wordt om op basis van 27 Sv onderzoek te doen naar een persoon, waarom dan wel de meer dan geringe inbreuk maken bij openbare orde handhaving? Wellicht vereist dit meer toelichting?

Smartphone-arrest definieert een zeer ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Mag dat wel of niet op basis van deze wet? Ik zou dat zeer onwenselijk vinden.

Wat ik verder mis is integratie in een bredere ethische context waarin historische figuren mede door middel van burgerlijke ongehoorzaamheid mensenrechtelijke schandalen aan de kaak hebben gesteld en verbeterd. Marthin Luther King en Ghandi zijn twee van deze figuren. Zij hebben, wat in hun tijd de wet was, overtreden op een geweldloze manier en zo enorme invloed uitgeoefend voor een ethisch rechtvaardigere maatschappij met meer oog voor de rechten van bepaalde groepen. Nu snap ik dat de wet de basis is voor wat wel en niet mag in een rechtstaat. Maar ontkend kan niet worden wat de rol kan zijn van burgerlijke ongehoorzaamheid voor mensenrechten. Een wet als deze kan de rol van burgerlijke ongehoorzaamheid onderdrukken.