Wet gegevensvergaring openbare orde
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Krimpen aan den IJssel
|
Datum
|
6 juli 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Bezwaar tegen de Wet gegevensvergaring openbare orde.
Het voorliggende wetsvoorstel ondermijnt fundamentele democratische waarden en grondrechten. Burgers hebben recht op privacy, vrijheid van meningsuiting en vergadering, ook als zij online communiceren over maatschappelijke kwesties. Het voorstel schuift deze rechten terzijde ten gunste van een onbepaald veiligheidsbelang, wat onaanvaardbaar is in een rechtsstaat.
1. Ondemocratische aard: De wet creëert een vergaande bevoegdheid voor burgemeesters en politie om burgers te volgen en gegevens te verzamelen zonder dat zij daarvan op de hoogte zijn, en zelfs voordat sprake is van een daadwerkelijk verstoring. Dit zet de deur open voor preventieve surveillance en chilling effects op deelname aan legitieme demonstraties en publieke debatten, die juist een pijler zijn van onze democratie.
2. Onrechtmatig vergaren: De voorgestelde bevoegdheden maken het mogelijk om diepgaande gegevens over burgers te verzamelen uit publiek toegankelijke bronnen, ook wanneer die gegevens over gedrag, voorkeuren en sociale contacten gaan, zonder dat voldaan wordt aan de vereiste proportionaliteit en noodzakelijkheid. De reikwijdte is te vaag en kan leiden tot schending van artikel 10 Grondwet en artikel 8 EVRM.
3. Misbruikgevoeligheid: De ruime, open normering en de gebrekkige begrenzing maken misbruik door bevoegde instanties voorstelbaar. Het is onduidelijk welke groepen precies gevolgd mogen worden, waardoor het risico bestaat dat bepaalde groepen structureel en disproportioneel in beeld komen.
4. Ineffectiviteit: Er is geen overtuigend bewijs dat de bestaande bevoegdheden van de politie onvoldoende zijn om ernstige ordeverstoringen aan te pakken. Vergaring van enorme hoeveelheden data zal eerder leiden tot ruis en inefficiëntie dan tot effectieve handhaving.
5. Onnodige inbreuk: Ten slotte wordt onvoldoende aangetoond dat minder ingrijpende maatregelen niet volstaan. De wet schendt daarmee het subsidiariteitsbeginsel en zet de balans tussen veiligheid en vrijheid scheef.