Evaluatiewet Wvggz en Wzd

Reactie

Vraag1

Art. 21 Wzd geeft aan dat de onderzoekers bij de wetsevaluatie hebben aanbevolen om te verduidelijken of niet met een minder ingrijpende procedure kan worden volstaan bij het opnemen van cliënten. U stelt een andere procedure voor obv gesprekken met zorgverleners, vertegenwoordigers van cliënten en het CIZ.

U stelt voor dat de huisarts of een ter zake kundige arts, na overleg met de cliënt, diens vertegenwoordiger en ten minste 2 ter zake kundige zorgverleners van een andere discipline, heeft vastgesteld dat aan alle criteria tot opname is voldaan. Die criteria zijn opgenomen lid 1 sub a tot en met d en zijn tov de huidige wet onveranderd. Er wordt gekozen voor twee zorgverleners naast de huisarts.
In de praktijk betrekt een huisarts vaak de zorgtrajectbegeleider dementie, die vaak als eerste en enige betrokken is en de cliënt/vertegenwoordiger begeleidt naar meer zorg. Soms is verhuizen naar een beschermde woonvorm op dat moment al snel aan de orde.
Huisartsen laten de regie over de verhuizing naar een beschermde woonvorm/verpleeghuis vaak over aan de zorgtrajectbegeleider dementie. De huisartsen namen in het verleden afstand van de formaliteiten van de wzd (zie ook https://www.lhv.nl/actueel/de-dokter/de-dokter-mei-2023/onvrijwillige-zorg-of-opname/). De procedure die nu wordt voorgesteld is dermate administratief, dat het m.i. niet zal leiden tot een vermindering van het aantal aanvragen bij het CIZ t.a.v ‘geen bereidheid/geen verzet’.

Ik geef de volgende overwegingen mee:
- Overweeg om ‘huisarts of ter zake kundige arts’ te vervangen door ‘arts of terzake kundige’ In dat geval kan het de huisarts, de specialist ouderengeneeskunde/arts VG of de zorgtrajectbegeleider zijn.
- Veel cliënten met dementie onttrekken zich aan zorg of zijn achterdochtig, waardoor nog geen of weinig hulpverleners betrokken zijn. Dan sluit het vereiste van minimaal 3 betrokken hulpverleners niet aan bij de praktijk.
- In de praktijk moet vaak snel geschakeld worden als er snel behoefte is aan verhuizen naar een zorginstelling of er onverwacht een passende plek beschikbaar is. De voorgestelde werkwijze van overleg, betrekken deskundigen en verslaglegging staat daaraan in de weg.
- Geef meer ruimte aan de professionaliteit van deskundig opgeleide zorgverleners zoals de specialist ouderengeneeskunde of de zorgtrajectbegeleider dementie.
- Check bij de LHV of er draagvlak is bij de huisartsen voor de huidige voorgestelde regierol van de huisarts.