Wijziging Besluit bouwwerken leefomgeving en enkele andere besluiten i.v.m. de implementatie van de Richtlijn energieprestatie gebouwen (EPBD IV) (eerste tranche)

Reactie

Naam Gemeente Utrecht (Reactie gemeente Utrecht fietsparkeren A van de Werken)
Plaats Utrecht
Datum 22 augustus 2025

Vraag1

Wilt u reageren op dit besluit? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Artikel 3.96A
- In dit artikel wordt een actieve koppeling gelegd tussen een minimum aantal autoparkeerplaatsen en voldoende fietsparkeerplaatsen. Dat is in onze ogen niet logisch omdat er bij elk gebouw voldoende fietsparkeerplaatsen moeten zijn ongeacht of er autoparkeerplaatsen zijn.
Artikel 3.96B
- In dit artikel worden het minimale aantal fietsparkeerplaatsen gebaseerd op een percentage van de gebruikerscapaciteit. Dat is in onze ogen onwenselijk omdat de gebruikerscapaciteit geen eenheid is waar gebruikelijk het aantal fietsparkeerplaatsen op wordt gebaseerd. Daarnaast wordt je op deze manier afhankelijk van de inschatting van de ontwikkelaar als het gaat om het aantal gebruikers. Dat is lastig te controleren en in de praktijk kan dat ook vaak afwijken. Verder zorgt deze methode ervoor dat er geen rekening wordt gehouden met specifieke gebiedskenmerken. Zo heeft een gebouw in een centrumgebied wellicht meer fietsparkeerplaatsen nodig dan een gebouw in een landelijk gebied.
- De tekst dat rekening moet worden gehouden met de ruimte die nodig is voor fietsen met grotere afmetingen dan standaardfietsen is een zeer goede toevoeging.

Artikel 4.178a
- Lid 1: goede formulering.
- Lid 2: onduidelijk wat wordt bedoeld met de tabel 4.178a

Artikel 4.178b
- Zie opmerkingen bij artikel 3.96a en 3.96b


In alle andere artikelen over fietsparkeren wordt verwezen naar de hiervoor genoemde artikelen.