Differentiatie vliegbelasting
Reactie
Naam | Anoniem |
---|---|
Plaats | Heemstede |
Datum | 13 februari 2025 |
Vraag1
Per 2027 wil het kabinet de totale opbrengst van de vliegbelasting met € 248 miljoen verhogen. Het plan is om vluchten over lange afstanden - met een hogere totale uitstoot - meer te belasten. In veel Europese landen die een vliegbelasting hebben, worden vluchten over langere afstanden al hoger belast. Dit wordt ook wel ‘differentiatie van het tarief van de vliegbelasting naar afstand’ genoemd.1. Vindt u dat lange vluchten (>2.500 km) zwaarder belast moeten worden dan korte vluchten (<2.500 km)?
Nee. Vliegbelasting levert slechts een geringe bijdrage aan CO2-reductie. We zijn hiermee één van de weinige lidstaten die dit zou doen en prijzen Schiphol uit de markt. De belastingen zijn voor luchtvaartmaatschappijen afgelopen tijd al flink gestegen.
Vraag2
Zeer korte vluchten – zoals een vlucht van Amsterdam naar Brussel - veroorzaken per kilometer relatief veel uitstoot. Ook zijn er vaak andere, duurzamere vervoersopties zoals de trein of de auto beschikbaar. Zeer lange vluchten – zoals een vlucht van Amsterdam naar Bali – hebben juist een hoge totale uitstoot, mede door de duur van de vlucht.2. Vindt u dat zeer korte vluchten (<500 km) extra belast moeten worden in de vliegbelasting ten opzichte van andere vluchten?
Nee. Deze vluchten dragen slechts 4% bij aan CO2-uitstoot. Het spoornet aanpassen gaat onherroepelijk ten koste van het Europese landschap. De extra belasting zorgt niet voor minder vluchten, wel voor verplaatsing naar andere luchthavens.
Vraag3
3. Vindt u dat zeer lange vluchten (>10.000 km) extra belast moeten worden in de vliegbelasting ten opzichte van andere vluchten?Nee. Wat zou voor lange afstandsvluchten het alternatief zijn? Die is er niet. De totale uitstoot van luchtvaart aan CO2 is hooguit 2.5% van de mondiale uitstoot. Vliegbelasting zal hier nauwelijks een gunstige bijdrage aan leveren.
Vraag4
Als over lange afstanden meer vliegbelasting wordt betaald, moet worden bepaald vanaf welke afstanden de hogere tarieven gelden. De gekozen afstandsgrenzen kunnen er toe leiden dat landen of gebieden deels in het ene tarief vallen en deels in een ander tarief. Dit kan ongewenst zijn. Een mogelijke oplossing is om voor bepaalde landen of gebieden een aangepast tarief te rekenen. Dit kan op basis van verschillende criteria zoals bijvoorbeeld het hebben van een EU-lidmaatschap of het zijn van een overzees gebied. Het rekenen van een lager tarief voor bepaalde landen of gebieden kan invloed hebben op de hoogte van de tarieven.4. Vindt u dat voor specifieke landen of gebieden andere tarieven moeten worden gerekend dan het tarief waar zij op basis van hun afstand tot Nederland toe behoren? Zo ja, welke landen of gebieden moeten er volgens u verschillend belast worden in de vliegbelasting?
Nee. Bij het rekenen van belasting zullen mensen niet minder vliegen, maar naar alternatieve routes zoeken, met toename van CO2 als gevolg.
Vraag5
De huidige vliegbelasting kent verschillende uitzonderingen. Voor bijvoorbeeld transferpassagiers en voor vluchten met vliegtuigen met een gewicht van minder dan 4.000 kg. Uitzonderingen of verschillende tarieven kunnen gebruikt worden om bepaald gedrag aan te moedigen of juist te ontmoedigen. Wel maken ze de uitvoering van een belasting vaak complexer. Daarnaast kunnen uitzonderingen leiden tot hogere tarieven.5. Vindt u dat alle soorten vluchten en passagiers gelijk moeten worden belast? Zo nee, welke passagiers en/of vluchten vindt u dat er verschillend belast of zelfs uitgezonderd moeten worden van de vliegbelasting?
Nee. Vliegbelasting mag sowieso niet gerekend worden. De belastingen zijn afgelopen tijd al flink gestegen en de bijdrage hiervan aan vermindering van CO2 uitstoot is minimaal, zoniet nihil. De concurrentiepositie van Schiphol en Nederlandse luchtvaartmaatschappijen staat hierdoor steeds verder onder druk, terwijl bedrijven als KLM en Transavia juist hun best doen een zo goed mogelijk klimaatbeleid te voeren. Extra belastingen maken dat mensen minder gebruik maken van deze maatschappijen en voor concurrentie in het buitenland kiezen, welke een minder duurzamer beleid voeren.