Differentiatie vliegbelasting
Reactie
Naam | R.C.T. Menses-Vu |
---|---|
Plaats | Rotterdam |
Datum | 23 februari 2025 |
Vraag1
Per 2027 wil het kabinet de totale opbrengst van de vliegbelasting met € 248 miljoen verhogen. Het plan is om vluchten over lange afstanden - met een hogere totale uitstoot - meer te belasten. In veel Europese landen die een vliegbelasting hebben, worden vluchten over langere afstanden al hoger belast. Dit wordt ook wel ‘differentiatie van het tarief van de vliegbelasting naar afstand’ genoemd.1. Vindt u dat lange vluchten (>2.500 km) zwaarder belast moeten worden dan korte vluchten (<2.500 km)?
Neen, kortere vluchten zijn juist schadelijker voor het milieu, gebruiken meer petroleum relatief aan hun afstand en gebruiken meer schaarste grondstoffen.
Vraag2
Zeer korte vluchten – zoals een vlucht van Amsterdam naar Brussel - veroorzaken per kilometer relatief veel uitstoot. Ook zijn er vaak andere, duurzamere vervoersopties zoals de trein of de auto beschikbaar. Zeer lange vluchten – zoals een vlucht van Amsterdam naar Bali – hebben juist een hoge totale uitstoot, mede door de duur van de vlucht.2. Vindt u dat zeer korte vluchten (<500 km) extra belast moeten worden in de vliegbelasting ten opzichte van andere vluchten?
Ja, korte vluchten moeten onaantrekkelijker gemaakt worden en pan-Europese hoge snelheidstreinen moeten gebouwd worden.
Vraag3
3. Vindt u dat zeer lange vluchten (>10.000 km) extra belast moeten worden in de vliegbelasting ten opzichte van andere vluchten?Ik vindt dat "vaakvliegers" meer belast moeten worden, een eerste lange vlucht in één jaar moet kunnen (je gemiddelde vakantiegangers), maar veel mensen die zakelijk vliegen reizen soms elke maand of zelfs vaker, dit zijn de grootste gebruikers van petroleum. Natuurlijk als zij minder gaan vliegen gaan de prijzen van vluchten omhoog om te compenseren voor hun afwezigheid, maar met hoe belangrijk petroleum is voor onze samenleving moeten wij het onnodig gebruik hiervan streng beperken.
Vraag4
Als over lange afstanden meer vliegbelasting wordt betaald, moet worden bepaald vanaf welke afstanden de hogere tarieven gelden. De gekozen afstandsgrenzen kunnen er toe leiden dat landen of gebieden deels in het ene tarief vallen en deels in een ander tarief. Dit kan ongewenst zijn. Een mogelijke oplossing is om voor bepaalde landen of gebieden een aangepast tarief te rekenen. Dit kan op basis van verschillende criteria zoals bijvoorbeeld het hebben van een EU-lidmaatschap of het zijn van een overzees gebied. Het rekenen van een lager tarief voor bepaalde landen of gebieden kan invloed hebben op de hoogte van de tarieven.4. Vindt u dat voor specifieke landen of gebieden andere tarieven moeten worden gerekend dan het tarief waar zij op basis van hun afstand tot Nederland toe behoren? Zo ja, welke landen of gebieden moeten er volgens u verschillend belast worden in de vliegbelasting?
Neen, geen pro-EU protectionisme. Mensen gaan dan simpelweg naar Bora-Bora in Frans Polynesië in plaats van Hawaï in de Verenigde Staten van Amerika. Als wij differentieel gaan belasten kunnen wij populaire toeristische bestemmingen (de VS, Canada, India, Thailand, Japan, Zuid-Korea, Saoedie-Arabië Australië, Tanzania, Kenia, Etc.) hoger belasten dan minder bezochte gebieden (Tsjaad, Irak, Viëtnam, Kazachstan, Angola, Etc.).
Vraag5
De huidige vliegbelasting kent verschillende uitzonderingen. Voor bijvoorbeeld transferpassagiers en voor vluchten met vliegtuigen met een gewicht van minder dan 4.000 kg. Uitzonderingen of verschillende tarieven kunnen gebruikt worden om bepaald gedrag aan te moedigen of juist te ontmoedigen. Wel maken ze de uitvoering van een belasting vaak complexer. Daarnaast kunnen uitzonderingen leiden tot hogere tarieven.5. Vindt u dat alle soorten vluchten en passagiers gelijk moeten worden belast? Zo nee, welke passagiers en/of vluchten vindt u dat er verschillend belast of zelfs uitgezonderd moeten worden van de vliegbelasting?
Wij moeten juist ervoor zorgen dat het zuiniger gedaan wordt, door iedereen gelijk te belasten zouden wij de onvoorziene bijwerking kunnen creëren waarbij juist de grootste uitstoters en petroleum verspillers (relatief) minder gaan betalen.