Differentiatie vliegbelasting

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Eindhoven
Datum 16 februari 2025

Vraag1

Per 2027 wil het kabinet de totale opbrengst van de vliegbelasting met € 248 miljoen verhogen. Het plan is om vluchten over lange afstanden - met een hogere totale uitstoot - meer te belasten. In veel Europese landen die een vliegbelasting hebben, worden vluchten over langere afstanden al hoger belast. Dit wordt ook wel ‘differentiatie van het tarief van de vliegbelasting naar afstand’ genoemd.

1. Vindt u dat lange vluchten (>2.500 km) zwaarder belast moeten worden dan korte vluchten (<2.500 km)?
Korte vluchten hebben veelal een reëel alternatief. Dus korte vluchten moeten meer beperkt worden. Daarvoor zou dus juist een hogere belasting moeten gelden. Daarnaast zijn de starts relatief vervuilender dan het vliegen op constante hoogte. De starts zijn voor omwonenden juist het meest verstorend. Dat pleit er voor om vervoer per vliegtuig voor de lange afstand te reserveren. Dus een hoge belasting voor korte vluchten is dan effectief zonder economische nadelen.

Vraag2

Zeer korte vluchten – zoals een vlucht van Amsterdam naar Brussel - veroorzaken per kilometer relatief veel uitstoot. Ook zijn er vaak andere, duurzamere vervoersopties zoals de trein of de auto beschikbaar. Zeer lange vluchten – zoals een vlucht van Amsterdam naar Bali – hebben juist een hoge totale uitstoot, mede door de duur van de vlucht.

2. Vindt u dat zeer korte vluchten (<500 km) extra belast moeten worden in de vliegbelasting ten opzichte van andere vluchten?
Ja, stevig extra belasten. zie ook vraag 1. Dit geldt ook voor de zg "pretvluchten". Dat is reizen naar plaatsen binnen Europa met de bedoeling vakantie te vieren.

Vraag3

3. Vindt u dat zeer lange vluchten (>10.000 km) extra belast moeten worden in de vliegbelasting ten opzichte van andere vluchten?
Intercontinentale vluchten moeten relatief minder belast worden omdat het alternatief (reizen per boot) zeker zo vervuilend is als vliegen.

Vraag4

Als over lange afstanden meer vliegbelasting wordt betaald, moet worden bepaald vanaf welke afstanden de hogere tarieven gelden. De gekozen afstandsgrenzen kunnen er toe leiden dat landen of gebieden deels in het ene tarief vallen en deels in een ander tarief. Dit kan ongewenst zijn. Een mogelijke oplossing is om voor bepaalde landen of gebieden een aangepast tarief te rekenen. Dit kan op basis van verschillende criteria zoals bijvoorbeeld het hebben van een EU-lidmaatschap of het zijn van een overzees gebied. Het rekenen van een lager tarief voor bepaalde landen of gebieden kan invloed hebben op de hoogte van de tarieven.

4. Vindt u dat voor specifieke landen of gebieden andere tarieven moeten worden gerekend dan het tarief waar zij op basis van hun afstand tot Nederland toe behoren? Zo ja, welke landen of gebieden moeten er volgens u verschillend belast worden in de vliegbelasting?
Gebieden aanduiden is de beste keuze. Logisch zou zijn alle bestemmingen in Europa in het hoge tarief te stoppen. Daarnaast de bestemmingen in Noord Africa, Turkye en het Midden Oosten.

Vraag5

De huidige vliegbelasting kent verschillende uitzonderingen. Voor bijvoorbeeld transferpassagiers en voor vluchten met vliegtuigen met een gewicht van minder dan 4.000 kg. Uitzonderingen of verschillende tarieven kunnen gebruikt worden om bepaald gedrag aan te moedigen of juist te ontmoedigen. Wel maken ze de uitvoering van een belasting vaak complexer. Daarnaast kunnen uitzonderingen leiden tot hogere tarieven.

5. Vindt u dat alle soorten vluchten en passagiers gelijk moeten worden belast? Zo nee, welke passagiers en/of vluchten vindt u dat er verschillend belast of zelfs uitgezonderd moeten worden van de vliegbelasting?
Alle bestemmingen van af een vliegveld moeten gelijk belast worden. Transit passagiers vergroten de reizigers stroom, waardoor meer vliegtuigen op een bestemming gaan vliegen. Dat leidt tot onnodig grotere toestellen of meer vluchten en dat is onnodig vervuilend.