Differentiatie vliegbelasting

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Delft
Datum 22 januari 2025

Vraag1

Per 2027 wil het kabinet de totale opbrengst van de vliegbelasting met € 248 miljoen verhogen. Het plan is om vluchten over lange afstanden - met een hogere totale uitstoot - meer te belasten. In veel Europese landen die een vliegbelasting hebben, worden vluchten over langere afstanden al hoger belast. Dit wordt ook wel ‘differentiatie van het tarief van de vliegbelasting naar afstand’ genoemd.

1. Vindt u dat lange vluchten (>2.500 km) zwaarder belast moeten worden dan korte vluchten (<2.500 km)?
Ik vind dat elke vlucht naar beschikbare capaciteit (stoelen/laadvermogen vracht) héél erg zwaar belast mag worden. Elke vlucht geeft veel overlast voor de omgeving (uitstoot schadelijke en zeer zorgwekkende stoffen, geluidshinder, gezondheidsschade).
Afhankelijke van de uitstoot (co2 en vooral NOx niet te vergeten) en geluidsniveau van het vliegtuig kan er nog een zwaardere opslag worden geheven.
Ook naar tijdstip van de dag waarop geland/vertrokken wordt mag een extra opslag geheven worden voor het tijdvak 22:00-07:00 omdat burgers rond die tijd in alle rust horen te kunnen slapen om goed uitgerust te zijn voor studie/werk wat zeer belangrijk is voor onze economie.

Vraag2

Zeer korte vluchten – zoals een vlucht van Amsterdam naar Brussel - veroorzaken per kilometer relatief veel uitstoot. Ook zijn er vaak andere, duurzamere vervoersopties zoals de trein of de auto beschikbaar. Zeer lange vluchten – zoals een vlucht van Amsterdam naar Bali – hebben juist een hoge totale uitstoot, mede door de duur van de vlucht.

2. Vindt u dat zeer korte vluchten (<500 km) extra belast moeten worden in de vliegbelasting ten opzichte van andere vluchten?
Zie vraag 1

Vraag3

3. Vindt u dat zeer lange vluchten (>10.000 km) extra belast moeten worden in de vliegbelasting ten opzichte van andere vluchten?
Zie vraag 1

Vraag4

Als over lange afstanden meer vliegbelasting wordt betaald, moet worden bepaald vanaf welke afstanden de hogere tarieven gelden. De gekozen afstandsgrenzen kunnen er toe leiden dat landen of gebieden deels in het ene tarief vallen en deels in een ander tarief. Dit kan ongewenst zijn. Een mogelijke oplossing is om voor bepaalde landen of gebieden een aangepast tarief te rekenen. Dit kan op basis van verschillende criteria zoals bijvoorbeeld het hebben van een EU-lidmaatschap of het zijn van een overzees gebied. Het rekenen van een lager tarief voor bepaalde landen of gebieden kan invloed hebben op de hoogte van de tarieven.

4. Vindt u dat voor specifieke landen of gebieden andere tarieven moeten worden gerekend dan het tarief waar zij op basis van hun afstand tot Nederland toe behoren? Zo ja, welke landen of gebieden moeten er volgens u verschillend belast worden in de vliegbelasting?
Zie vraag 1 en geen onderscheid naar gebied.

Vraag5

De huidige vliegbelasting kent verschillende uitzonderingen. Voor bijvoorbeeld transferpassagiers en voor vluchten met vliegtuigen met een gewicht van minder dan 4.000 kg. Uitzonderingen of verschillende tarieven kunnen gebruikt worden om bepaald gedrag aan te moedigen of juist te ontmoedigen. Wel maken ze de uitvoering van een belasting vaak complexer. Daarnaast kunnen uitzonderingen leiden tot hogere tarieven.

5. Vindt u dat alle soorten vluchten en passagiers gelijk moeten worden belast? Zo nee, welke passagiers en/of vluchten vindt u dat er verschillend belast of zelfs uitgezonderd moeten worden van de vliegbelasting?
Elke beschikbare stoel (gevuld of niet) en beschikbare laadruimte moet belast worden.
Op deze manier betalen ook de transferpassagiers EINDELIJK mee.
Juist de transferpassagiers geven veel overlast.
Zij hebben 2 vluchten nodig om op hun bestemming te komen (extra vliegkilometers en dus extra brandstofverbruik en extra uitstoot) terwijl het vaak ook rechtstreeks had gekund.
Door te belasten op beschikbare capaciteit wordt in de hand gewerkt dat relatief lege vluchten op termijn eerder zullen worden uitgefaseerd.