Differentiatie vliegbelasting

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Teteringen
Datum 24 februari 2025

Vraag1

Per 2027 wil het kabinet de totale opbrengst van de vliegbelasting met € 248 miljoen verhogen. Het plan is om vluchten over lange afstanden - met een hogere totale uitstoot - meer te belasten. In veel Europese landen die een vliegbelasting hebben, worden vluchten over langere afstanden al hoger belast. Dit wordt ook wel ‘differentiatie van het tarief van de vliegbelasting naar afstand’ genoemd.

1. Vindt u dat lange vluchten (>2.500 km) zwaarder belast moeten worden dan korte vluchten (<2.500 km)?
Ja, lange vluchten zouden zwaarder belast moeten worden. De uitstoot per vlucht is significant hoger dan bij kortere vluchten, en de impact op het milieu is navenant groter. Dit past binnen het principe ‘de vervuiler betaalt’. Nog beter zou een kerosinebelasting zijn, zoals bij andere brandstoffen, om een gelijk speelveld te creëren en duurzame alternatieven te stimuleren.

Duurzame alternatieven zoals hogesnelheidstreinen worden hierdoor aantrekkelijker. Bovendien kunnen opbrengsten uit de belasting worden ingezet om klimaatvriendelijke innovaties in de sector te stimuleren.

Je zou ook een progressieve belasting kunnen heffen op het aantal vluchten per persoon per jaar. De 1e vlucht betaal je 50% van de heffing, 2e vlucht 100%, 3e vlucht 150%, etc.

Vraag2

Zeer korte vluchten – zoals een vlucht van Amsterdam naar Brussel - veroorzaken per kilometer relatief veel uitstoot. Ook zijn er vaak andere, duurzamere vervoersopties zoals de trein of de auto beschikbaar. Zeer lange vluchten – zoals een vlucht van Amsterdam naar Bali – hebben juist een hoge totale uitstoot, mede door de duur van de vlucht.

2. Vindt u dat zeer korte vluchten (<500 km) extra belast moeten worden in de vliegbelasting ten opzichte van andere vluchten?
Ja, zeer korte vluchten moeten extra belast worden. Per kilometer is de uitstoot relatief hoog en er zijn vaak duurzame alternatieven zoals de trein of elektrische voertuigen. Extra belasting kan het gebruik van deze alternatieven stimuleren en onnodige korte vluchten ontmoedigen. Uitzonderingen kunnen worden gemaakt voor gebieden zonder realistische alternatieven, tenzij dit de wetgeving te complex maakt en daardoor vertraagt.

Voor veel korte routes zijn duurzame alternatieven zoals treinen beschikbaar. Verbeterde treinverbindingen kunnen juist economische voordelen bieden zonder de schadelijke uitstoot van vliegtuigen.

Vraag3

3. Vindt u dat zeer lange vluchten (>10.000 km) extra belast moeten worden in de vliegbelasting ten opzichte van andere vluchten?
Ja, zeer lange vluchten moeten extra belast worden. De totale uitstoot van een intercontinentale vlucht is zeer hoog, en door een hogere belasting kan bewustwording en mogelijk gedragsverandering worden gestimuleerd. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot efficiënter gebruik van beschikbare stoelen, investeringen in schonere technologie of minder lange-afstandsvluchten.

Vraag4

Als over lange afstanden meer vliegbelasting wordt betaald, moet worden bepaald vanaf welke afstanden de hogere tarieven gelden. De gekozen afstandsgrenzen kunnen er toe leiden dat landen of gebieden deels in het ene tarief vallen en deels in een ander tarief. Dit kan ongewenst zijn. Een mogelijke oplossing is om voor bepaalde landen of gebieden een aangepast tarief te rekenen. Dit kan op basis van verschillende criteria zoals bijvoorbeeld het hebben van een EU-lidmaatschap of het zijn van een overzees gebied. Het rekenen van een lager tarief voor bepaalde landen of gebieden kan invloed hebben op de hoogte van de tarieven.

4. Vindt u dat voor specifieke landen of gebieden andere tarieven moeten worden gerekend dan het tarief waar zij op basis van hun afstand tot Nederland toe behoren? Zo ja, welke landen of gebieden moeten er volgens u verschillend belast worden in de vliegbelasting?
Nee, een eenduidig systeem met transparante afstandsgrenzen verdient de voorkeur. Afwijkende tarieven voor specifieke landen kunnen leiden tot een ongelijk speelveld en strategische routekeuzes door luchtvaartmaatschappijen om belasting te ontwijken. Wel kan er gekeken worden naar een uitzondering voor eilanden of afgelegen gebieden waar vliegen de enige realistische optie is.

Vraag5

De huidige vliegbelasting kent verschillende uitzonderingen. Voor bijvoorbeeld transferpassagiers en voor vluchten met vliegtuigen met een gewicht van minder dan 4.000 kg. Uitzonderingen of verschillende tarieven kunnen gebruikt worden om bepaald gedrag aan te moedigen of juist te ontmoedigen. Wel maken ze de uitvoering van een belasting vaak complexer. Daarnaast kunnen uitzonderingen leiden tot hogere tarieven.

5. Vindt u dat alle soorten vluchten en passagiers gelijk moeten worden belast? Zo nee, welke passagiers en/of vluchten vindt u dat er verschillend belast of zelfs uitgezonderd moeten worden van de vliegbelasting?
Vooropgesteld, privévliegtuigen zouden véél hoger belast moeten worden, aangezien zij per passagier veel meer uitstoten en bovendien véél vaker vliegen dan commerciële vliegtuigen, wat een extra belasting voor het milieu oplevert.

In principe zou iedereen gelijk belast moeten worden om de uitvoerbaarheid te behouden en ontwijkingsgedrag te minimaliseren. Echter, uitzonderingen kunnen overwogen worden voor essentiële medische vluchten en noodhulp.

Transferpassagiers zouden niet hoeven te worden vrijgesteld, aangezien dit kan leiden tot onbedoelde concurrentievoordelen voor bepaalde luchthavens en luchtvaartmaatschappijen. Alle passagiers en vluchten zouden bij moeten dragen aan de werkelijke kosten van hun milieu-impact.

Zakelijke reizigers kunnen vaker kiezen voor virtuele vergaderingen of duurzamere vervoersopties. Een belasting op vliegreizen kan innovatie en digitalisering in zakelijke mobiliteit bevorderen.