concept 8e actieprogramma Nitraatrichtlijn

Reactie

Naam Kennis Center voor Groene Groei (ir. D.W. de Hoop)
Plaats Driebergen
Datum 31 juli 2025

Vraag1

Wilt u reageren op het concept 8e actieprogramma Nitraatrichtlijn? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
In het concept 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn krijgen een aantal zaken te weinig aandacht die juist veel invloed hebben op de nitraatuitspoeling, maar ook op mestoverschotten en emissies:
- het te vele en onjuiste kunstmestgebruik. Nieuwe inzichten geven aan dat in het verleden het hoge gebruik leidde tot slechtere kwaliteit gras dat de koe niet goed benutte en daarom als ammoniumstikstof in de mest kwam, met tot gevolg hoge ammoniakemissie, nitraatuitspoeling en mestexcretie per koe; en hoge ureumgehalten in de melk. Juist mede door lager gebruik daalde het ureumgehalte;
- In het concept wordt veel info gegeven per grondsoort, terwijl er te weinig aandacht is voor verschillen tussen sectoren en omstandigheden. In het zuidelijk zandgebied hebben derogatiebedrijven veel minder problemen met nitraatuitspoeling dan de akkerbouwbedrijven. En veel organische stof in de bodem levert minder problemen dan bij lage gehalten. Dus meer aandacht voor de oorzaken, en maatregelen daarop baseren;
- het RIVM berekent uitspoelfracties op basis van bodemoverschotten, terwijl uit onderzoek van WUR (van Dijk et al, 2024) blijkt dat de uitspoelfractie van kunstmest veel hoger is dan van dierlijke mest. Dat bleek ook al uit een studie met veel LMM-gegevens (LEI-rapport 2010-053). Dat later nog is herhaald met dezelfde effecten;
- in het concept staat dat het stikstofbodemoverschot een goede indicator is voor de nitraatuitspoeling. Maar zonder wetenschappelijk bewijs, terwijl in een studie op basis van LMM-gegevens (LEI-rapport 2010-053) blijkt dat stikstofbedrijfsoverschot de nitraatuitspoeling beter verklaart dan stikstofbodemoverschot;
- In bijgevoegde notities worden redenen genoemd dat doelsturing op ureum in de melk (voor alleen melkveebedrijven) en stikstofbedrijfsoverschot (voor alle sectoren) efficiëntere en effectievere KPI's zijn, die ook snel invoerbaar en goed borgbaar zijn. Met gunstige effecten op emissies, nitraatuitspoeling en mestoverschotten. Bij voldoende stringente doelsturing met deze KPI’s zijn veel minder middelvoorschriften nodig dan nu in het concept genoemd;
- De dierlijke rundveemest van 2025 verschilt zeer veel van die in 1991. Toen zat er een aandeel in van 68 % ammoniumstikstof en nu ongeveer 45 % en dat kan nog veel dalen. Uitspoeling van deze mest komt vooral door de ammoniumstikstof. Dus beter om te sturen op die ammoniumstikstof in die mest.
Meer toelichting in bijgevoegde Samenvatting en Rapport.

Bijlage

  • Bijlage