Wet uitwerking burgerschapsopdracht WEB
Reactie
| Naam | BVMBO (E. van Ophem) |
|---|---|
| Plaats | Hoogkarspel |
| Datum | 24 april 2025 |
Vraag2
Wat vindt u van de uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel met betrekking tot de burgerschapsopdracht op mbo- en vavo-instellingen? Zijn er specifieke voorbeelden of ervaringen die u kunt delen?Eigenlijk is het nog niet goed mogelijk om het nieuwe burgerschap uit te voeren door het ontbreken van kwalificatie-eisen voor de burgerschapsdocent. Het docentprofiel is een basisdocument dat zo snel mogelijk uitgewerkt moet worden. Pas als klip-en-klaar duidelijk is wat de docent moet beheersen, kunnen persoonlijke ontwikkelingsplannen ingezet worden.
Er zijn docenten en instructeurs die burgerschap als hoofdvak hebben en heel bekwaam zijn, maar dit nog niet op papier hebben bewezen. Zij moeten natuurlijk hun goede werk kunnen blijven doen en tegelijkertijd aantoonbaar maken dat zij bekwaam zijn. Dit past uitstekend bij de HR-cyclus en professionalisering. Hiervoor is het nodig dat de kwalificatie-eisen voor de burgerschapsdocent definitief en helder zijn.
De hertaling van de kwalificatie-eisen en het instellingsexamen voor studenten maken burgerschap meetbaar waardoor de kwaliteitsslag in het onderwijzen van burgerschap gemaakt kan worden. Hoe de kwaliteitsverbetering van de instelling als mini-samenleving in de democratische rechtstaat met de basiswaarden gemeten kan worden, is de grote vraag.
Vraag4
Denkt u dat het wetsvoorstel voldoende flexibiliteit biedt voor mbo- en vavo-instellingen om hun eigen identiteit en visie te behouden? Kunt u dit toelichten?Ja, dat denk ik zeker, want het is geen centraal examen en de school als mini-samenleving kan worden ingevuld naar eigen voorkeur, mits het past in de democratische rechtstaat en de basiswaarden.
Vraag5
Welke mogelijke effecten verwacht u dat het wetsvoorstel heeft op de leeromgeving en de cultuur binnen mbo- en vavo-instellingen? Zijn er positieve of negatieve gevolgen die u voorziet?Veel instructeurs en docenten hebben meer met de normen en waarden van het beroep waarin hij/zij onderwijst, dan met de democratisch rechtstatelijke cultuur en de basiswaarden. Of willen hun pedagogische vaardigheden niet inzetten buiten het leslokaal.