Wetsvoorstel bevoegdheden schoolonderwijs jonge en oudere kind

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Best
Datum 7 januari 2021

Vraag1

Hoe beziet u het voorstel voor nieuwe bevoegdheden, mogelijk ook met het oog op arbeidsmarktperspectief? En moeten bekwaamheidseisen hierop aangepast worden? Zo ja, hoe?
Ik verwacht zeker dat er meer studenten zich zullen aanmelden. We hebben het kleuter- en lager onderwijs met de beste bedoelingen op één hoop gegooid, maar het vraagt echt andere kwaliteiten en talenten. Maar ook affiniteit met de leeftijdgroep is belangrijk. En dat hebben weinigen met 4 t/m 12 jarigen.
Kwaliteitseisen aanpassen aan dat wat van belang is voor de leeftijdsgroep. Maar veel eisen zullen overeen blijven komen. Zo zal van iedere student een goede beheersing van de Nederlandse taal vereist moeten blijven, zodat op hoog niveau met ouders en derde gecommuniceerd kan worden.

Vraag2

Welke leeftijdsgrens (of jaarlaag-grens) zou u hanteren voor het jonge en het oudere kind – en waarom? Of op welke manier zou u dit willen bepalen?
Dat is een lastige. Ik heb groep 5 en die hangt er altijd tussenin. Met Sinterklaas doet gr 5 mee met de onderbouw, omdat veel kinderen nog gelovig zijn. De nieuwe zaakvakkenmethode maakte ook geen duidelijke keuze, dus sluiten we aan bij de onderbouw. Maar binnen de schoolstructuur is een verdeling gemaakt van 1 t/m 4 onderbouw en 5 t/m 8 bovenbouw.
Uit praktische ervaring blijkt dat gr 5 leerlingen beter passen bij de onderbouw dan de bovenbouw.

Vraag3

Vindt u het nodig om de toelatingseisen voor de pabo aan te passen aan de nieuwe bevoegdheden? Zo ja, hoe zou u deze willen vormgeven?
Nee. Mogelijk kunnen de eisen aan het rekenniveau iets verschillen. Maar voor de onderbouw is een zorgzame instelling en betrokkenheid en inlevingsvermogen in ouders net iets meer gewenst.

Vraag4

Heeft u nog aandachtspunten bij het moment van inwerkingtreding van wetgeving per studiejaar 2022-2023?
Laat er aub geen verschil komen in salariëring. Dat is nu al te veel aan de orde met de verschillende functies binnen school. Het zijn juist degene die een groep draaien die het onderwijs maken, niet de poppetjes eromheen, zoals BOCO en IB-ers. Het zijn de groepsleerkrachten die de overuren draaien, die dagelijks op hun tenen lopen om alle ballen in de lucht te houden. Ik praat nu natuurlijk uit eigen ervaring.
Lesgeven aan een onderbouw mag in salaris niet ondergeschikt gemaakt worden aan lesgeven in een bovenbouw. We zijn druk doende om het PO salaris gelijkt te trekken met het middelbaar onderwijs-salaris. Zelfde startkwalificatie en mogelijk een nog veel hogere werkdruk in het PO zou dat rechtvaardigen. Op nog meer verschil binnen één onderwijsgebied zitten we helemaal niet te wachten.