Wetsvoorstel bevoegdheden schoolonderwijs jonge en oudere kind

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Amsterdam
Datum 1 februari 2021

Vraag1

Hoe beziet u het voorstel voor nieuwe bevoegdheden, mogelijk ook met het oog op arbeidsmarktperspectief? En moeten bekwaamheidseisen hierop aangepast worden? Zo ja, hoe?
Wij zien vooral de voordelen van de brede bevoegdheid voor de gehele basisschool. Brede inzetbaarheid in de basisschool was indertijd ook de reden om dit in te voeren, samen met (meer) oog voor doorgaande leerlijnen en een ononderbroken ontwikkeling van leerlingen. Invoering van een bevoegdheid specifiek gericht op het jonge of oudere kind sluit niet aan bij die principes. We vinden het essentieel dat studenten kennis hebben van en praktijkervaring opdoen over de gehele basisschoolperiode .
Gezien het gegeven dat wij geen meerwaarde zien in het aanpassen van de bevoegdheden, zien we dat evenmin in de bekwaamheidseisen.
Wij zien mogelijkheden om de huidige leeftijdsprofileringen jonge / oudere kind verder te versterken/ uit te bouwen binnen de huidige opleiding (brede basis en leeftijdsprofilering gaandeweg de opleiding) zodat de student al met al een stevig profiel kan ontwikkelen.

Vraag2

Welke leeftijdsgrens (of jaarlaag-grens) zou u hanteren voor het jonge en het oudere kind – en waarom? Of op welke manier zou u dit willen bepalen?
• Profilering Jonge kind: 2-8 jaar (in verband met de doorgaande lijn met de IKC’s)
• Profilering Oudere kind: 8-14 jaar (vanwege de borging van de overgang PO-VO en aansluitend bij actuele ontwikkelingen voor onderwijs van 10-14-jarigen).

Het lijkt ons goed als opleidingen hierin eigen keuzes kunnen maken. Dan valt er voor de studenten wat te kiezen.

Vraag3

Vindt u het nodig om de toelatingseisen voor de pabo aan te passen aan de nieuwe bevoegdheden? Zo ja, hoe zou u deze willen vormgeven?
Wat ons betreft worden de toelatingseisen voor de pabo niet aangepast. Leerkracht basisonderwijs is een complex beroep in een complexe samenleving. Maatschappelijk gezien spelen er veel vraagstukken waarin onderwijs een rol speelt, en waarvoor hbo-werk- en denkniveau nodig is. Het niveau van de instroom is een van de knoppen om aan te draaien om dat hbo-niveau te bereiken. Wij zijn positief over het selecterende effect die de toetsen hebben vóór de poort. Dat laat overigens onverlet dat het goed zou zijn om nog eens naar de inhoud van de toetsen te kijken. De toelatingseisen hebben ervoor gezorgd dat het instapniveau van de studenten is verhoogd (en daarmee overigens ook de uitval in de propedeuse flink verlaagd). Tot slot: door de instapeisen te verlagen komt ons inziens op termijn onherroepelijk de discussie rondom het hbo-niveau binnen de opleidingen opnieuw op tafel.

Punt van aandacht en obstakel voor veel studenten is de landelijke rekentoets die gaandeweg de opleiding wordt afgenomen. Deze is – anders dan de landelijke toets Nederlands – volledig en eenzijdig gericht op de eigen vaardigheden. Daarnaast roept het de vraag op of het getoetste niveau noodzakelijk is om goed les te kunnen geven in de basisschool. Het zou goed zijn als daar eens goed wordt gekeken naar meer balans, hier is zeker winst te behalen qua studiesucces in de pabo.

Vraag4

Heeft u nog aandachtspunten bij het moment van inwerkingtreding van wetgeving per studiejaar 2022-2023?
-