Bekendmaking niet-financiële informatie door organisaties van openbaar belang

Reactie

Naam Milieudefensie (ir. E.B. Hassink)
Plaats Amsterdam
Datum 10 december 2015

Vraag1

Wilt u reageren op het voorontwerp? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een tekst te typen of door een document te downloaden.
Geachte minister en medewerkers,

Het kabinet heeft besloten tot een één-op-één vertaling van de EU-richtlijn, dus zonder nationale toevoegingen of aanpassingen. Wij vinden dat een gemiste kans en doen hierbij voorstellen voor een aantal toevoegingen.

Reikwijdte
Momenteel slechts van toepassing op ongeveer 120 Nederlandse bedrijven (beursgenoteerde bedrijven, banken en verzekeraars met meer dan 500 werknemers). Daarmee vallen echter honderden grote bedrijven buiten de wetgeving, ook bedrijven die grote risico’s hebben op maatschappelijke impact in hun toeleveringsketens. Milieudefensie selt daarom voor om alle grote bedrijven met meer dan 250 medewerkers of een omzet groter dan 40 miljoen euro of de activa van meer dan 20 miljoen euro onder deze wet te vallen.
Tevens vinden we het van groot belang dat alle bedrijven die een directe relatie hebben met risicosectoren in binnen of buitenland, als aandeelhouder of afnemer onder de richtlijn vallen. Dit zijn onder andere:
- (handels) bedrijven in de chemie,
- importeurs van energiedragers en ruwe grondstoffen (delfstoffen en landbouwproducten),
- Bedrijven die producten gebruiken die voor militaire doeleinden kunnen worden gebruikt,
- bedrijven in de bouw- en baggersector die actief zijn buiten de EU.

Richtlijnen
In het conceptbesluit wordt niet aangegeven aan welke kaderregeling het verslag dient te voldoen. Wij stellen voor dat de bedrijven de OESO-richtlijnen hanteren bij het uitvoeren van due diligence. Voor de concrete invulling van de rapportage dient een internationaal erkend systeem te worden gekozen, zoals de Global Reporting Initiative of de UNGP reporting framework.

Comply-or-Explain mechanisme
Het volstaan met een toelichting door bedrijven die geen MVO-beleid hebben, is ons inziens alleen acceptabel als deze bedrijven aantonen dat er geen maatschappelijke risico’s in de toeleveringsketen zijn. Dit zou aangetoond moeten worden door een onafhankelijk risico-onderzoek (dat bedrijven eventueel in gezamenlijkheid kunnen laten uitvoeren). De vrijstelling in het geval dat rapportage schade zou toebrengen aan de commerciële positie een bedrijf dient te worden vervangen door een uitstelbepaling. Bedrijven die aan een transactie werken, hebben in de regel genoeg aan een jaar uitstel voor rapportage over informatie die deze transactie in gevaar zou kunnen brengen om een transactie af te ronden.