Tijdelijke experimentenwet assistentie bij het stemmen

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Leiden
Datum 30 juni 2021

Vraag1

U kunt reageren op alle onderdelen van het wetsvoorstel en de memorie van toelichting of op delen daarvan.
Het wetsvoorstel wondt ontraden om de volgende redenen:

Ten eerste is er sprake van redundantie; als iemand ondubbelzinnig kan beslissen. duiden en communiceren hoe hij of zij de stem wil uitbrengen is assistentie als beschreven in het wetsvoorstel overbodig. In het geval van situationele obstakels, zoals fysieke beperkingen, waar dit wetsvoorstel overigens niet voor bedoeld lijkt te zijn, is dit wetsvoorstel disproportioneel. Een volmacht is voldoende om dergelijke situaties van een oplossing te voorzien zonder de disproportionele risico's van beïnvloeding en schending van het stemgeheim als erkend in het wetsvoorstel zelf.

Ten tweede is dit wetsvoorstel het begin van het einde in van het stemgeheim. Ik citeer: "Het begeleidend stembureaulid kan bij alle handelingen in het proces assisteren: het uitvouwen van het stembiljet, het zoeken van de gewenste kandidaat op het stembiljet, het invullen van het stembiljet, het opbouwen van het stembiljet en het deponeren van het stembiljet in de stembus". Met andere woorden: er blijft feitelijk niets van het stemmen over. Een dergelijke situatie is de facto een volmacht, zonder de daarvoor benodigde administratie en met alle bijkomende risico's als geconstateerd in deze reactie en het wetsvoorstel zelf .

Ten derde wordt er in het wetsvoorstel erkent dat het stemgeheim en de stemvrijheid onvoldoende gewaarborgd blijven. Ik citeer: "Door het alleen daartoe getrainde stembureauleden toe te staan om kiezers in het stemhokje bijstand te verlenen, wordt het stemgeheim en de stemvrijheid zoveel mogelijk gewaarborgd. Hier valt over te zeggen dat 'zoveel mogelijk' niet genoeg is en dat het risico op beïnvloeding van de verkiezingen, schending van het stemgeheim en de stemvrijheid onvoldoende kunnen worden gegarandeerd. De mogelijke risico's wegen niet op tegen de mogelijke baten.

Ten vierde wordt er vermeld dat: "In geen geval mag het lid van het stembureau treden in de keuze van de kiezer of hem in zijn keuze beïnvloeden". Tegelijkertijd wordt er in het wetsvoorstel meermaals het risico erkend dat de kiezer tot op zekere hoogte wel degelijk beïnvloed zal kunnen worden bij inwerkingtreding van dit wetsvoorstel. Zie bijvoorbeeld: "Als het kiezers wordt toegestaan om een eigen begeleider mee te nemen in het stemhokje, bestaat het risico dat zij door hun begeleider worden beïnvloed". Dit risico is fundamenteel onacceptabel en alle lulkoek die erna wordt gepresenteerd is irrelevant.