AMvB Dierwaardige Veehouderij

Reactie

Vraag1

Reactie van ons als Pluimveestudieclub Witteveen:

Punt 2: Bepaling nutritionele behoefte en foerageerbehoefte/eetgedrag

Vanuit ons perspectief is dit in de praktijk moeilijk uitvoerbaar. Op dit moment ondervinden wij al de nodige uitdagingen bij het voorzien in de juiste hoeveelheid nutriënten. Zowel pluimveedeskundigen als pluimveehouders doen dagelijks hun uiterste best om dit zo goed mogelijk op orde te krijgen. Vooral binnen de biologische sector is de beschikbaarheid van hoogwaardige nutriënten beperkt. Bovendien beperkt de Europese biologische verordening ons in het toevoegen van bepaalde vitaminen en mineralen, waardoor het lastig is om volledig te voldoen aan de nutritionele behoeften van de hennen.

Punt 4: Bezettingsdichtheid 2040

Wat is het beoogde doel van het verlagen van de bezettingsdichtheid? En zullen onze buurlanden hierin meegaan? De pluimveesector is een exportgerichte sector; het verlagen van de bezettingsgraad kan flinke gevolgen hebben voor de eiermarkt. De te verwachten omzetderving zal door iemand gedragen moeten worden – is de consument bereid deze kosten te compenseren?
Daarnaast heeft dit ook grote impact op zowel jonge boeren met een toekomst in de sector en de oudere generatie die nog jaren door willen doen met passie voor de boerderij. Wat gebeurt er met de huidige vergunningen die gebaseerd zijn op aantallen dieren? Krijgen wij als ondernemers de ruimte om nieuwe stallen te bouwen, bijvoorbeeld via verruiming van het bouwblok, om zo toch aan de benodigde dieraantallen te kunnen blijven voldoen?

Punt 8: Klimaatadaptatieplan

Wat wordt precies verstaan onder een klimaatadaptatieplan? Op dit moment nemen wij als pluimveehouders al aanvullende maatregelen bij extreme hitte, bijvoorbeeld door het toevoegen van extra vitaminen en mineralen aan voer of drinkwater. Ook zorgen we ervoor dat onze ventilatiesystemen optimaal functioneren. En wat gebeurt er met koude stress bij kippen? De maatschappij vraagt van ons om de kippen buiten te laten lopen, wat veel bedrijven in de afgelopen jaren ook hebben gerealiseerd. Dit heeft, met name in de herfst en in de winter een negatief effect op het klimaat in de stal. Het is belangrijk dat bestaande inzet en aanpassingen vanuit de praktijk hierin worden erkend.