AMvB Dierwaardige Veehouderij

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Bellingwolde
Datum 31 juli 2025

Vraag1

- Heeft u algemene op- of aanmerkingen bij het voorgestelde Besluit?
- Heeft u diersoortspecifieke op- of aanmerkingen bij het voorgestelde Besluit (kippen, melkvee, kalveren of varkens)?
Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het voorstel van minister Wiersma tbv Dierwaardige Veehouderij. Helaas stel ik vast dat het plan op cruciale punten tekortschiet. Van een werkelijk dierwaardige veehouderij is onder deze voorwaarden geen sprake. Wat mij betreft ontbreekt het aan fundamentele verbeteringen die het welzijn van dieren daadwerkelijk centraal stellen. Hieronder licht ik mijn zorgen toe.

1. Moederzorg
Een kalf hoort de eerste levensfase door te brengen bij zijn moeder. Wetenschappelijke inzichten bevestigen hoe essentieel deze band is voor het welzijn en de gezondheid van zowel koe als kalf. Toch wordt in dit voorstel niets geregeld om moeder en jong samen te laten opgroeien. Dat is wat mij betreft onacceptabel.

2. Kuddegedrag
Runderen zijn sociale dieren. Het feit dat kalfjes nog altijd alleen in kleine hokken gehouden mogen worden, staat haaks op hun natuurlijke behoefte aan contact. Een dierwaardige veehouderij respecteert kuddegedrag in plaats van het te onderdrukken.

3. Grazend gedrag
Weidegang is een essentieel onderdeel van het natuurlijk gedrag van runderen. Toch blijft dit in het voorstel optioneel. Stierkalfjes groeien op in betonnen stallen, zonder ooit buitenlucht of gras te zien. Dit is geen leven, laat staan een dierwaardig bestaan.

4. Voeding
Het is schrijnend dat kalveren structureel te weinig ijzer krijgen, met als gevolg bloedarmoede. Bovendien zorgt het gebrek aan ruwvoer - zoals hooi en gras - voor een hoge prevalentie van maagzweren. Gezonde voeding zou vanzelfsprekend moeten zijn, niet iets waarvoor dierenrechtenorganisaties moeten strijden.

5. Zachte en schone rustplek
Kalfjes die hun hele jeugd doorbrengen op harde, vervuilde roostervloeren verdienen beter. Een schone ligplek van stro of gras zou het absolute minimum moeten zijn.

6. Naar buiten
Zonder toegang tot buitenlucht en daglicht is elke vorm van veehouderij wat mij betreft fundamenteel dieronwaardig. Buiten kunnen zijn - en bewegen in een natuurlijke omgeving - is geen detail, maar een basisrecht.

Tot slot
Als samenleving zijn we het verplicht aan de dieren om de lat hoger te leggen. Wat nu wordt gepresenteerd als vooruitgang, blijft ver achter bij wat wetenschappelijk, moreel en maatschappelijk nodig is. De veranderingen die ik hierboven beschrijf, vormen wat mij betreft de absolute ondergrens van een dierwaardige veehouderij.