AMvB Dierwaardige Veehouderij

Reactie

Vraag1

Ik wil ik bezwaar maken tegen onderdelen van het voorgenomen beleid met betrekking tot de varkenshouderij in het kader van de plannen voor een dierwaardige veehouderij. De voorgestelde maatregelen schieten op meerdere punten tekort om daadwerkelijk te kunnen spreken van een systeem dat het welzijn van varkens serieus neemt.
1.Ontbreken van uitloopmogelijkheden
Er is in het voorstel geen plan opgenomen om varkens naar buiten te laten gaan. In een dierwaardige veehouderij is toegang tot buitenlucht en bodem essentieel. Varkens hebben de behoefte om natuurlijk gedrag te vertonen, zoals wroeten. Zonder uitloop is dit gedrag onmogelijk, wat leidt tot verveling, stress en gedragsstoornissen.
2.Kraamkooi
Hoewel er wordt gesproken over een voornemen om het gebruik van kraamkooien af te bouwen, wordt het toestaan ervan voor nog minstens 15 jaar als volstrekt onvoldoende beschouwd. Het langdurig opsluiten van zeugen in kooien belemmert hun bewegingsvrijheid ernstig, tast hun welzijn aan en heeft negatieve gevolgen voor de gezondheid en ontwikkeling van hun biggen. 3.Onvoldoende ruimte per dier
De voorgestelde verruiming van 0,1 m² per varken is marginaal en biedt onvoldoende verbetering. Varkens hebben aanzienlijk meer ruimte nodig om natuurlijk gedrag uit te oefenen, zoals spelen, rusten en sociaal contact. Een wezenlijke verbetering van het dierenwelzijn vereist substantiëlere aanpassingen in de beschikbare leefruimte.
4.Onvoldoende verbetering van luchtkwaliteit
De huidige normen voor luchtkwaliteit in stallen blijven gehandhaafd, terwijl deze schadelijk zijn voor de gezondheid van de dieren. Slechte luchtkwaliteit draagt bij aan luchtwegproblemen en een verhoogd antibioticagebruik. Aanscherping van de maximale concentraties van ammoniak, stof en andere schadelijke stoffen is noodzakelijk.
5.Te vroege spenen van biggen
Het voorstel laat toe dat biggen nog steeds op een te jonge leeftijd bij de moeder worden weggehaald. Dit druist in tegen hun natuurlijke ontwikkeling. Langer zogen is gunstig voor hun gedrag, welzijn en gezondheid, en verdient daarom een centrale plek in het beleid.