AMvB Dierwaardige Veehouderij
Reactie
| Naam | Anoniem |
|---|---|
| Plaats | Rotterdam |
| Datum | 1 augustus 2025 |
Vraag1
- Heeft u algemene op- of aanmerkingen bij het voorgestelde Besluit?- Heeft u diersoortspecifieke op- of aanmerkingen bij het voorgestelde Besluit (kippen, melkvee, kalveren of varkens)?
De huidige AMvB dierwaardige veehouderij vertoont twee fundamentele gebreken die haar geloofwaardigheid en effectiviteit ondermijnen, maar die wel oplosbaar zijn binnen een praktisch uitvoerbaar kader.
Geleidelijke uitbreiding naar ontbrekende diersoorten
Het volledig ontbreken van vissen in de regelgeving is een gemiste kans. Nederland kent een groeiende aquacultuursector die baat zou hebben bij duidelijke, uniforme welzijnsnormen. In moderne RAS-systemen (recirculatieaquacultuur) zwemmen miljoenen vissen hun hele leven in kale, steriele tanks zonder enige gelijkenis met hun natuurlijke leefomgeving: geen bodemstructuur, geen schuilplaatsen, geen natuurlijk licht- of stroompatroon.
Terwijl we voor varkens minimaal uitloop eisen en voor kippen verrijking voorschrijven, blijven vissen volledig onbeschermd tegen monotone omstandigheden. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat vissen pijn ervaren, stress vertonen bij slechte watercondities en complexe gedragingen hebben die nu volkomen genegeerd worden.
Door nu geen kader te scheppen voor aquacultuur ontstaat regulatory uncertainty voor ondernemers in deze sector. Een gefaseerde uitbreiding, beginnend met basale normen voor waterkwaliteit, bezettingsdichtheid en omgevingsverrijking, zou zowel dierenwelzijn als ondernemerszekerheid dienen.
Praktisch mechanisme voor wetenschappelijke updates
De AMvB mist een belangrijk element voor lange-termijn effectiviteit: een mechanisme voor geleidelijke aanpassing op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten. Welzijnsonderzoek ontwikkelt zich snel, en boeren hebben baat bij voorspelbare, gefaseerde verbeteringen boven plotselinge wijzigingen.
Een praktisch systeem zou kunnen bestaan uit:
Evaluatie van normen elke 5 jaar met 2 jaar implementatietijd
Vrijwillige overname van nieuwe EFSA-richtlijnen met stimuleringsmaatregelen
Proefprojecten voor nieuwe welzijnsnormen voordat deze verplicht worden
Uitbreiding naar nieuwe diersoorten met overgangsperiodes van minimaal 3 jaar
Oproep voor een evenwichtige aanpak
Een AMvB die rekening houdt met zowel dierenwelzijn als ondernemersperspectief is mogelijk én nodig. Door nu te investeren in een compleet en adaptief kader, voorkomt de overheid toekomstige ad-hoc aanpassingen die kostbaarder uitpakken voor alle betrokkenen.