AMvB Dierwaardige Veehouderij

Reactie

Vraag1

Geachte mevrouw Wiersma,

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van de voorgenomen plannen omtrent de varkenshouderij.

Hoewel ik de inzet voor verduurzaming waardeer, moet ik mijn teleurstelling uitspreken over de mate van dierwaardigheid binnen het huidige voorstel.

Allereerst baart het mij zorgen dat er nog steeds geen ruimte wordt geboden voor varkens om naar buiten te gaan. Het welzijn van deze dieren vraagt om (keuze)mogelijkheden tot het vertonen van natuurlijk gedrag, zoals het foerageren en wroeten in de aarde. Zonder uitloop blijven deze basisbehoeften onvervuld.

Daarnaast valt het afbouwen van de kraamboxen voor zeugen mij tegen. Het blijft nu bij een voornemen, terwijl de bedoeling is om het gebruik pas over vijftien jaar volledig te beëindigen. Zolang moedervarkens in dergelijke kooien verblijven, wordt hun welzijn ernstig beperkt en ook hun biggen zijn hiervan de dupe.

Wat de beschikbare ruimte betreft: de minimale verruiming biedt varkens nauwelijks meer leefruimte. De voorgestelde toename schiet tekort om deze intelligente dieren in staat te stellen te spelen, te rusten en sociaal contact te onderhouden met soortgenoten .

Een ander belangrijk punt is de stalomgeving. De voorgestelde normen voor luchtkwaliteit zijn naar mijn mening onvoldoende en blijven een risico vormen voor de gezondheid van de dieren. Het welzijn van varkens vereist strengere eisen zodat ze kunnen leven in een omgeving die hun gezondheid niet schaadt.

Tot slot blijft het voorstel toestaan dat biggen op een te jonge leeftijd van hun moeder worden gescheiden. Vanuit het oogpunt van ontwikkeling, gedrag en gezondheid is het essentieel dat biggen langer bij de zeug mogen blijven.

Mijn overtuiging is dat een werkelijk dierwaardige varkenshouderij meer stappen vergt dan momenteel voorgesteld wordt. Ik hoop dan ook dat u de genoemde punten wilt meenemen bij het heroverwegen van het beleid.

Bij voorbaat dank.

Met vriendelijke groet,
Linda Smits

Bijlage