AMvB Dierwaardige Veehouderij

Reactie

Vraag1

1. Algemene opmerkingen bij het voorgestelde Besluit:

Het is goed dat er gewerkt wordt aan een wettelijk kader voor een dierwaardige veehouderij. Wel maak ik me zorgen over het feit dat de invulling van “dierwaardig” nog te veel ruimte laat voor interpretatie door de houder. De afweging of een dierwaardig bestaan wordt geboden, zou niet (alleen) bij de houder moeten liggen. Dat is niet objectief en brengt het risico mee dat economische belangen zwaarder wegen dan het welzijn van het dier.

Ik pleit daarom voor duidelijke, toetsbare minimumeisen en uitgangspunten die wettelijk verankerd worden. Denk aan het recht op natuurlijk gedrag, toegang tot buitenlucht en daglicht, voldoende bewegingsruimte, en sociale interactie met soortgenoten. Dit zijn geen ‘extraatjes’, maar basisvoorwaarden voor een dierwaardig leven.

Ook is het belangrijk dat deze regels handhaafbaar zijn en dat er onafhankelijke controlemechanismen komen.

2. Diersoortspecifieke opmerkingen – Varkens:

Varkens zijn intelligente en sociale dieren met een sterke behoefte aan wroeten, verkennen en sociaal contact. In de huidige veehouderijpraktijk is hier vaak nauwelijks ruimte voor. Daarom zouden de volgende punten minimaal opgenomen moeten worden in het besluit:
• Verbod op het houden van zeugen in kraamboxen: dit beperkt ernstig hun bewegingsvrijheid en natuurlijk gedrag.
• Verplichte verrijking van de leefomgeving met strooisel of wroetmateriaal.
• Voldoende ruimte voor varkens om te bewegen en zich af te zonderen.
• Altijd toegang tot daglicht en buitenlucht, ook voor vleesvarkens.

Zonder deze aanpassingen blijft het risico bestaan dat “dierwaardige veehouderij” een papieren werkelijkheid blijft, terwijl het lijden van de dieren voortduurt.