AMvB Dierwaardige Veehouderij
Reactie
Naam | dhr B Geertjes |
---|---|
Plaats | Zwolle |
Datum | 21 juli 2025 |
Vraag1
- Heeft u algemene op- of aanmerkingen bij het voorgestelde Besluit?- Heeft u diersoortspecifieke op- of aanmerkingen bij het voorgestelde Besluit (kippen, melkvee, kalveren of varkens)?
De voorstellen van minister Wiersma zijn wat mij betreft volstrekt ontoereikend en doen geen recht aan de urgente noodzaak van een écht dierwaardige veehouderij. Sterker nog: ze legitimeren en bestendigen een systeem dat structureel dierenwelzijn schaadt. Mijn bezwaren zijn als volgt:
Geen uitloopvoorziening voor varkens
Het ontbreken van elke vorm van uitloop staat haaks op het principe van natuurlijk gedrag. Varkens zijn intelligente dieren met een sterke behoefte aan wroeten, snuffelen en bewegen in de buitenlucht. Hen dit fundamentele recht ontzeggen is onaanvaardbaar in een samenleving die zichzelf dierwaardig noemt.
Kraamkooien blijven nog vijftien jaar toegestaan
Het ‘voornemen’ om kraamkooien geleidelijk af te bouwen is niet meer dan uitstel van daadwerkelijke hervorming. Het langdurig opsluiten van zeugen – zonder bewegingsruimte, zonder sociaal contact – is een schrijnende vorm van systeemleed. Dit nog vijftien jaar toestaan is geen transitie, maar vertragingstactiek.
Minimale verruiming van stalruimte
Een uitbreiding van 0,1 m² per varken is symbolisch en biedt in de praktijk nauwelijks verbetering. Wie het serieus meent met dierwaardig houden, moet erkennen dat varkens behoefte hebben aan ruimte om te kunnen rusten, spelen en sociaal gedrag te vertonen. Alles daaronder is schijnvertoning.
Onverantwoord hoge normen voor luchtkwaliteit
De huidige normen voor luchtkwaliteit blijven gehandhaafd, terwijl deze aantoonbaar schadelijk zijn voor de gezondheid van dieren. De wetenschap is hier glashelder over: de ammoniak- en fijnstofconcentraties moeten omlaag om chronisch dierenleed te voorkomen.
Structureel te vroege spening van biggen
Het blijft toegestaan om biggen op veel te jonge leeftijd van hun moeder te scheiden, ondanks overweldigend bewijs dat dit hun welzijn, sociale ontwikkeling en gezondheid ondermijnt. Het is onbegrijpelijk dat deze praktijk wordt gecontinueerd in een voorstel dat pretendeert ‘dierwaardiger’ te zijn.
Concluderend: dit plan zet cosmetische stappen, maar mist de moed en urgentie om daadwerkelijk te breken met het huidige systeem van industriële veehouderij. Zolang economische belangen zwaarder wegen dan het welzijn van dieren, blijft een écht dierwaardige veehouderij buiten bereik.