AMvB Dierwaardige Veehouderij
Reactie
Naam | Anoniem |
---|---|
Plaats | Diever |
Datum | 21 juli 2025 |
Vraag1
- Heeft u algemene op- of aanmerkingen bij het voorgestelde Besluit?- Heeft u diersoortspecifieke op- of aanmerkingen bij het voorgestelde Besluit (kippen, melkvee, kalveren of varkens)?
De plannen van minister Wiersma hebben in mijn visie niets met dierwaardigheid te maken. Ik geef u de volgend aspecten in overweging en doe een beroep op uw geweten.
1. Geen uitloop
Waar het dier geen toegang heeft tot de wereld buiten zijn omheining, verwordt zijn bestaan tot een karikatuur van zichzelf. De weigering om varkens de aarde te laten voelen onder hun poten — om te wroeten, snuffelen en spelen — is een ontkenning van hun wezen. Een dierwaardige veehouderij impliceert erkenning van het dier als voelend subject, niet als object van productie. Waar geen ruimte is voor natuurlijk gedrag, is er geen ruimte voor waardigheid.
2. Kraamkooi
De kraamkooi is het symbool van het compromis tussen technische efficiëntie en moreel verzet. Dat de minister overweegt het gebruik ‘geleidelijk’ af te bouwen, maar het bestaan van kooien nog minstens anderhalf decennium toestaat, wijst op een onwil om verantwoordelijkheid te nemen voor lijden dat zichtbaar is. Het fixeren van een zeug — een levend wezen met een moederhart — is niet slechts een fysieke beperking, maar een ontkenning van haar rol, haar instinct, haar vrijheid. Wat zijn we bereid toe te staan, en hoe lang, voordat we erkennen wat we al lang weten?
3. Krappe stallen
Een uitbreiding van 0,1 m² is geen gebaar van compassie, maar een cynische afkoopsom van ruimte. Varkens zijn sociale, speelse en intelligente wezens. Waar hun bewegingsruimte beperkt blijft tot overleving, kan er geen sprake zijn van welzijn. Echte ruimte is niet slechts een kwestie van oppervlakte, maar van het mogelijk maken van leven als beleving — van rust, spel en onderlinge interactie.
4. Slechte luchtkwaliteit
Ademen is leven, maar in vele stallen is de lucht doordrenkt met verstikking. De normen die nu gelden zijn niet gebaseerd op het welzijn van het dier, maar op de rekbaarheid van zijn lichaam. Toch spreekt alles in ons — ons verstand, ons geweten — dat gezonde lucht een vanzelfsprekend recht is voor ieder levend wezen. Waar de lucht het lichaam aantast, wordt ook de ziel gekooid.
5. Te vroeg spenen
Het verbreken van de band tussen moeder en kind, lang voor de natuur dit bedoelt, is geen neutrale handeling. Het is een breuk met het morele contract dat we met het leven zelf zouden moeten sluiten. De eerste weken van nabijheid zijn niet alleen fysiologisch essentieel, maar ook vormend voor gedrag en vertrouwen. Wie de band verbreekt vóór ze voltooid is, zaait onzekerheid en neemt iets weg dat niet te herstellen is.