AMvB Dierwaardige Veehouderij
Reactie
Naam | Drs MJ Lamers |
---|---|
Plaats | Amersfoort |
Datum | 1 augustus 2025 |
Vraag1
- Heeft u algemene op- of aanmerkingen bij het voorgestelde Besluit?- Heeft u diersoortspecifieke op- of aanmerkingen bij het voorgestelde Besluit (kippen, melkvee, kalveren of varkens)?
Als burger ben ik blij dat er gewerkt wordt aan een dierwaardige veehouderij, maar het huidige voorstel stelt teleur. Het blijft steken in kleine stapjes, terwijl er juist nu een duidelijke koerswijziging nodig is. Er moet een strategie komen om de veestapel structureel te verkleinen, de consumptie van vlees te verminderen en meer plantaardige alternatieven te introduceren.
Dieren zijn levende wezens met een eigen waarde. Ze hebben recht op ruimte, soortgenoten, gezonde voeding en toegang tot buitenlucht. Helaas geeft dit ontwerp daar te weinig garanties voor. Het is onbegrijpelijk dat er onderscheid wordt gemaakt tussen dieren voor de export en voor de binnenlandse markt. Alle dieren in Nederland zouden beschermd moeten worden door de wet!
Ook worden veel diersoorten (zoals eenden, kalkoenen, geiten, schapen en vissen) niet meegenomen, terwijl juist ook zij bescherming verdienen.
Daarnaast moeten schadelijke ingrepen zoals staartjes couperen en snavelpunten wegbranden direct verboden worden. Een dierwaardige veehouderij vraagt om duidelijke regels, concrete termijnen en een visie die niet wordt uitgesteld.
Diersoortspecifieke opmerkingen:
Varkens: moeten naar buiten kunnen om te wroeten en te zoelen. Kraamkooien horen snel afgeschaft te worden; de huidige verruiming van stalruimte is veel te klein.
Kippen: verdienen uitloop en de mogelijkheid om te scharrelen en stof te baden. Tien jaar extra kooihuisvesting is niet acceptabel.
Kalveren: horen bij hun moeder op te groeien, in een kudde en met weidegang. Opsluiting in eenzame iglo’s doet hen ernstig tekort.
Melkvee: weidegang moet vanzelfsprekend zijn. Onthoornen tast de integriteit van het dier aan en moet stoppen.
Kortom, deze AMvB is een te kleine stap. Een sprong is nodig. Als we écht dierwaardigheid in 2040 willen bereiken, moet de wet herschreven worden met heldere einddoelen en de leefwereld van het dier als uitgangspunt gebruiken.