AMvB Dierwaardige Veehouderij

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Schiedam
Datum 27 juli 2025

Vraag1

- Heeft u algemene op- of aanmerkingen bij het voorgestelde Besluit?
- Heeft u diersoortspecifieke op- of aanmerkingen bij het voorgestelde Besluit (kippen, melkvee, kalveren of varkens)?
Het voorstel van minister Wiersma schiet fundamenteel tekort als het gaat om het welzijn van varkens. Er wordt gesproken over ‘dierwaardige’ veehouderij, maar de plannen die nu op tafel liggen, laten daar bitter weinig van zien. Dit zijn de kernproblemen:
• Geen toegang tot buitenlucht: Varkens blijven opgesloten in afgesloten stallen. Er is geen sprake van een serieuze ambitie om dieren naar buiten te laten. Terwijl juist buitenruimte essentieel is om natuurlijk gedrag te kunnen vertonen, zoals wroeten in de aarde.
• Kraamkooien blijven toegestaan: De minister spreekt over een ‘geleidelijke afbouw’, maar in werkelijkheid blijven kraamkooien nog zeker vijftien jaar toegestaan. In deze kooien kunnen zeugen zich nauwelijks bewegen. Dat is niet alleen stressvol en pijnlijk voor de moederdieren, maar heeft ook negatieve gevolgen voor de ontwikkeling van hun biggen.
• Ruimtegebrek blijft norm: De minimale toename van slechts 0,1 m² per varken is symbolisch en volstrekt onvoldoende. Varkens zijn sociale, speelse dieren die ruimte nodig hebben om te rusten, te spelen en met elkaar in contact te komen. De huidige huisvesting doet hen ernstig tekort.
• Gezondheid in het gedrang door luchtkwaliteit: De lucht in veel stallen is nog steeds van slechte kwaliteit, met te hoge concentraties ammoniak en fijnstof. Dat leidt tot ademhalingsproblemen, stress en verhoogde ziektegevoeligheid. Gezonde lucht is een basisvoorwaarde voor dierenwelzijn.
• Te vroege scheiding van moeder en biggen: Biggen worden nog steeds veel te vroeg bij hun moeder weggehaald. Terwijl langer bij de zeug blijven essentieel is voor hun lichamelijke ontwikkeling, gedragsvorming en algehele welzijn.

Maar het probleem gaat dieper dan technische aanpassingen. Wat hier gebeurt, is dat we dieren behandelen als productiemiddelen – als dingen. Varkens zijn intelligente, voelende wezens. Ze zijn slimmer dan honden. En toch stoppen we ze op in krappe kooien, laten ze geen zonlicht zien, en behandelen ze alsof hun lijden er niet toe doet. Niemand zou dit acceptabel vinden als het om honden ging. Waarom vinden we het dan normaal als het om varkens gaat?

Het is moreel onhoudbaar. Over vijftig jaar – misschien eerder – zullen we met ongeloof terugkijken op dit tijdperk. We zullen ons afvragen hoe het mogelijk was dat we het normaal vonden om levende wezens op industriële schaal te fokken, op te sluiten, uit te putten en te doden. En we zullen erkennen dat we beter hadden moeten weten.