AMvB Dierwaardige Veehouderij

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Goes
Datum 25 juli 2025

Vraag1

- Heeft u algemene op- of aanmerkingen bij het voorgestelde Besluit?
- Heeft u diersoortspecifieke op- of aanmerkingen bij het voorgestelde Besluit (kippen, melkvee, kalveren of varkens)?
Punten ter verbetering:
1. Onzekerheid door vage kaders
- De huidige formuleringen ontbreken concrete normen (ruimte per dier, daglicht, gedragsverrijking).
- Zonder preventieve toetsing kunnen er situaties ontstaan waarin “verrijkte kooien” of halfslachtige systemen worden ingevoerd.

2. Te krappe overgangsregeling
- Bepalingen zoals het verbod op lichamelijke ingrepen zouden per 1 januari 2025 ingaan zonder redelijke overgangsperiode, wat potsierlijke juridische claims en investeringsrisico’s oplevert.
- De Raad van State pleit voor uitbreiding van overgangstermijnen om grondrechten en EU-recht in acht te nemen .

3. Sectorplannen verschuiven verantwoordelijkheid naar boer
- Door de verantwoordelijkheid voor uitvoering deels te decentraliseren, ontstaat onduidelijkheid en gebrek aan landelijke garantie. Sectorplannen moeten daarom heldere doelstellingen en toetsingsmomenten bevatten.

Aanbevelingen:
- Concretiseer normen in AMvB’s: werk per diercategorie uit hoeveel ruimte, daglicht en gedragsverrijking vereist zijn.
- Voeg toetsmomenten en sancties toe: structurele toetsing en handhaving – desnoods door een onafhankelijke autoriteit – om naleving zeker te stellen.
- Hanteer realistische overgangsperioden, zeker voor ingrijpende maatregelen zoals onthoornen, castratie en stalverbouwing – zoals geadviseerd door de Raad van State.
- Financieringsvoorstellen concreet maken: breng in kaart welke middelen uit Transitiefonds of andere regelingen worden vrijgemaakt, voor wie en wanneer.
- Publieke participatie waarborgen: burgers en belangenorganisaties moeten tijdens internetconsultaties en bij sectorplannen actief bijdragen – pas recent uitgesteld tot april/mei 2025.

Het streven naar een dierwaardige veehouderij in 2040 is waardevol en nodig. Maar dan moet het nu duidelijk, meetbaar en afdwingbaar worden gemaakt, inclusief een eerlijke balans tussen dierenwelzijn en bedrijfsvoering. Alleen zo ontstaat écht draagvlak én eerlijkheid voor zowel dieren als boeren.