AMvB Dierwaardige Veehouderij

Reactie

Naam A Anne
Plaats Amsterdam
Datum 24 juli 2025

Vraag1

- Heeft u algemene op- of aanmerkingen bij het voorgestelde Besluit?
- Heeft u diersoortspecifieke op- of aanmerkingen bij het voorgestelde Besluit (kippen, melkvee, kalveren of varkens)?
Het ambitieniveau ligt veel te laag.
Ik wil u daarom vragen de volgende punten op te nemen of aan te scherpen in de regeling:
1. Formuleer harde eisen, geen vage richtlijnen. Begrippen als “zo veel mogelijk” of “rekening houden met” zijn te vrijblijvend. Alleen concrete, toetsbare normen bieden houvast voor zowel boeren als toezichthouders.
2. Betrek ook bestaande stallen bij de verplichtingen. Nieuwe eisen mogen niet alleen gelden voor nieuwbouw of verbouwing. Anders blijft de meerderheid van de dieren in ongeschikte omstandigheden leven.
3. Verbied pijnlijke ingrepen. Ingrepen zoals staart couperen, snavelkappen en castratie zijn symptoombestrijding en onverenigbaar met een dierwaardige veehouderij. Deze ingrepen moeten worden uitgefaseerd, samen met de systemen die ze noodzakelijk maken.
4. Stel minimumnormen voor leefruimte en toegang tot buiten. Zonder voldoende ruimte en frisse lucht is natuurlijk gedrag onmogelijk. Dit moet een basisvoorwaarde worden.
5. Verbied het fokken op ongezonde eigenschappen. De productiegerichte fokpraktijken leiden tot ernstig dierenleed, zoals bij plofkippen en hoogproductieve melkkoeien. Diergezondheid en welzijn moeten voorop staan.
6. Voorkom sociaal isolement van dieren. In de huidige praktijk mogen dieren nog altijd individueel gehuisvest worden, ook als het sociale diersoorten betreft zoals kalveren, varkens of geiten. Sociale isolatie veroorzaakt stress en is niet verenigbaar met een dierwaardig bestaan.
7. Sta het direct scheiden van moeder en jong niet langer toe. Dat kalfjes direct na geboorte bij de moeder worden weggehaald, is een ernstige inbreuk op het welzijn van zowel koe als kalf. Hechting en zorggedrag zijn wezenlijke onderdelen van natuurlijk diergedrag en zouden gerespecteerd moeten worden.
8. Zet de intrinsieke waarde van het dier centraal. Economische belangen mogen niet langer de boventoon voeren. Dieren zijn levende wezens met bewustzijn en gevoel, geen productiemiddelen.
9. Voer de maatregelen sneller in. De overgangstermijnen zijn veel te lang. Dieren kunnen niet nog tientallen jaren wachten.





.