Algemene wet onderwijs

Reactie

Naam TriasNet Consultants (mr. P.C. Kwikkers)
Plaats Boskoop
Datum 15 maart 2016

Vraag1

Vindt u dat de wetgeving over de registers m.b.t. onderwijsdeelnemers inzichtelijker wordt? Zo nee, hoe zou dit verbeterd kunnen worden?
Nee. Door af te zien van een algemene wet.

Vraag2

Wat vindt u van het voornemen om regels die scholen en instellingen in verschillende onderwijssectoren aangaan, voortaan zoveel mogelijk in één algemene onderwijswet op te nemen?
Deze sectoroverstijgende “aanbouwwet” is bedoeld om regeldruk, administratieve lasten en onduidelijkheid te verminderen. Dit voornemen lijkt de harmonisatie en overzichtelijkheid ten goede te komen, maar het tegendeel zal waarschijnlijker worden bereikt. Deze benadering van wetgeving draagt het ernstig risico in zich dat regels juist ingewikkelder, net niet passend eenvormig en/of onvindbaar worden. Geen enkele 'gebruiker' van onderwijsrecht heeft de behoefte om zich door poelen van regelgeving te ploegen die (vooral) op een andere onderwijssector van toepassing zijn. Technische verbrokkeling zonder inhoudelijk doel of noodzaak dreigt en dat is zeer complicerend voor alle betrokkenen in de rechtspraktijk: binnen en buiten de scholen en ho-instellingen. Dergelijke lappendekens blijken na verloop van tijd ook steeds ingewikkelder en onhanteerbaarder te worden. Deze wetgevingstechniek is suboptimaal; de noodzaak is niet door de regering aangetoond; het nut evenmin.
Een AWO is sterk af te raden; reeds het concept van een Algemene Onderwijswet is geen goed idee. Niemand heeft hier om gevraagd en niemand zit erop te wachten.

Vraag3

Het register onderwijsdeelnemers is het eerste onderwerp in de Algemene wet onderwijs. Het voornemen bestaat om in deze wet ook het lerarenregister en het Nederlands Kwalificatienetwerk (NLQF) op te nemen. Zijn er andere onderwerpen die u in een algemene onderwijswet geregeld zou willen zien?
Nee. Als de regering werkelijk (eigen) behoefte heeft aan een algemene registerwet onderwijs, kan de regering desnoods trachten zo'n registerwet door de Staten-Generaal aanvaard te krijgen. De regering zou zich moeten laten leiden door hetgeen waaraan de desbetreffende onderwijssector behoefte heeft in plaats van eigen theoretische behoeften te bevredigen.