Wet aanscherping taakstrafverbod

Reactie

Naam Boswachter / BOA (D Knaap)
Plaats Soest
Datum 21 augustus 2025

Vraag1

Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden. In het bijzonder wordt u uitgenodigd om in uw reactie ook in te gaan op de afbakening van de groep van hulpverleners in het nieuw voorgestelde artikel 22b, eerste lid, onderdeel c, van het Wetboek van Strafrecht.
Persoonlijk perspectief
Als boswachter/BOA, behoor ik tot de groep ambtenaren die door dit wetsvoorstel beter beschermd wordt tegen geweld en mishandeling. Helaas heb ik in het verleden zelf meegemaakt dat ik tijdens de uitvoering van mijn werk ben mishandeld. Tot mijn grote teleurstelling kreeg de dader van de rechter slechts een taakstraf opgelegd. Dat voelde voor mij totaal niet in verhouding tot het letsel en leed dat ik eraan heb overgehouden.

Visie op het wetsvoorstel
Ik steun daarom van harte de aanscherping van het taakstrafverbod. Geweld tegen mensen met een publieke taak raakt niet alleen het slachtoffer persoonlijk, maar tast ook het vertrouwen in de overheid en de veiligheid in de samenleving aan. Een duidelijke normstelling is nodig: wie een hulpverlener of handhaver aanvalt, moet weten dat daar een zware sanctie tegenover staat.

Kritische kanttekening
Wel wil ik benadrukken dat het toelaten van een taakstraf in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf (zonder onvoorwaardelijke gevangenisstraf) in mijn ogen afbreuk doet aan de kracht van die norm. Wie bewust de keuze maakt om iemand met een publieke functie te mishandelen, neemt ook bewust het risico op een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Alles daaronder voelt voor slachtoffers als onvoldoende recht doen aan de ernst van het feit.

Uitbreiding van de doelgroep
Daarnaast wil ik onder de aandacht brengen dat de groep personen die bescherming verdient breder is dan alleen politie, brandweer en zorgmedewerkers. Ook bijvoorbeeld beveiligers, scheidsrechters of andere personen die in een gezagspositie staan lopen regelmatig tegen agressie en geweld aan. Of dat gezag nu voortvloeit uit een wettelijke taak of uit duidelijke afspraken (zoals op een sportveld), zou in mijn ogen geen verschil moeten maken. De kern is dat wie geweld pleegt tegen iemand in gezagsuitoefening, zwaardere gevolgen moet ondervinden dan wanneer dit tegen een willekeurig ander gebeurt. Dat is belangrijk om de norm helder te houden en om mensen die dit werk doen daadwerkelijk te beschermen.