Wetsvoorstel 1 april aanmelding, toelatingsrecht en recht op studiekeuzeadvies in het mbo.

Reactie

Naam MBO Diensten (Drs. CML Hogenboom)
Plaats Woerden
Datum 10 september 2015

Vraag1

Bent u van mening dat de maatregelen uit dit wetsvoorstel bijdragen aan het bereiken van de doelstelling die wordt beschreven in paragraaf 1 van de toelichting, te weten het goed laten verlopen van de overstap van jongeren naar het mbo en het daarbij versterken van de positie van de jongere?
Ja, mits LOB zowel in het vo als in het mbo een structurele en duidelijke inbedding krijgt in het curriculum en het professionele gedrag van onderwijsmedewerkers. Zowel binnen het vo als in het mbo moet het duidelijk zijn dat jongeren die op een loopbaangerichte manier begeleid zijn in hun opleidings- en vervolgkeuzes een hoger studiesucces kunnen halen dan jongeren waarbij dat niet het geval is.

Vraag2

Voorliggend wetsvoorstel introduceert een aanmelddatum voor het mbo van 1 april. Dit houdt in dat alle jongeren die zich willen aanmelden voor een mbo-opleiding, dit uiterlijk op 1 april voorafgaand aan het betreffende studiejaar doen. Wat vindt u van het voorstel om een vroegtijdige aanmelddatum in te voeren en wat vindt u in dat verband van de datum van 1 april?
Het is een geschikte datum, mits jongeren goed en tijdig voorbereid zijn en op de hoogte gebracht van deze verplichte aanmelddatum. Zij zullen daarin goed en structureel op een loopbaangerichte manier ondersteund moeten worden, niettegenstaande de rol die ook ouders in dit proces (dienen te) spelen.
Misschien geeft dit jongeren ook wel rust, omdat ze zich daarna volledig op hun eindexamen kunnen concentreren, in plaats van ook nog met het zoeken van een vervolgopleiding bezig te zijn. De kans dat ze hun diploma halen wordt daarmee alleen maar groter.

Vraag3

Om de kans te verkleinen dat een jongere bij de overstap tussen vo en mbo uit het zicht verdwijnt en niet begeleid kan worden naar een (tijdige) aanmelding, verplicht dit wetsvoorstel de uitwisseling van een beperkt aantal gegevens betreffende de aanmelding van jongeren tussen scholen, instellingen en gemeenten. Deze plicht en de doelgroep van jongeren die het betreft, wordt uitgewerkt in paragraaf 2.1.2 van de toelichting.
Wat vindt u van deze verplichting om de jongeren in beeld te houden bij de overstap? Ziet deze verplichting toe op de juiste doelgroep?
Gezien mijn ervaringen binnen een project VSV, denk ik dat dit een van de beste interventies is die we kunnen doen. Gezien mijn ervaring dat veel jongeren uit zicht verdwijnen, denk ik dat er weinig anders op zit dan een verplichting voor de verschillende partners op te leggen.
Gezien de kwetsbaarheid van deze groep jongeren ziet de verplichting naar mijn idee toe op de juiste doelgroep.

Vraag4

Wat vindt u van de invoering van een recht op een studiekeuzeadvies voor studenten die zich uiterlijk op 1 april aanmelden voor een mbo-opleiding?
Dit recht op studiekeuzeadvies vind ik een goede interventie. Het moet dan voor de jongere heel duidelijk zijn op grond waarvan dit advies wordt gegeven, wat de criteria zijn en er moet duidelijk zijn dat de jongere uiteindelijk de laatste stem heeft in de keuze die hij maakt voor zijn vervolgopleiding.
Ik vraag mij wel af in hoeverre instellingen in staat zijn om binnen hun eigen organisatiemogelijkheden het geven van een studiekeuze-advies echt goed vorm te geven.

Vraag5

Hoe beoordeelt u de invoering van een toelatingsrecht voor iedere student die zich aanmeldt voor een mbo-opleiding op niveau 2, 3 of 4 en die aan de vooropleidingseisen voldoet?
Hier ben ik een zeer groot voorstander van. Mijn ervaring en onderzoek heeft mij geleerd dat studenten te vaak nog afgewezen worden op onduidelijke gronden die onder andere ofwel te maken hebben met het onjuist interpreteren van testresultaten, onwetendheid van intakers of een niet-professionele houding van intakers of met organisatie-eisen die in feite weinig te maken hebben met het bieden van gelijke en rechtvaardige kansen aan jongeren.

Vraag6

Wat vindt u ervan dat dit toelatingsrecht zodanig is afgebakend dat mbo-instellingen de mogelijkheid hebben om studenten te weigeren die:
-In de afgelopen drie jaar al aan drie verschillende opleidingen ingeschreven zijn geweest of
-In de afgelopen zes jaar gedurende drie aaneengesloten jaren ingeschreven zijn geweest zonder diploma te halen?
Ik denk dat dit een gerechtvaardigd afbakening is, zeker omdat onderzoek laat zien dat de kans dat deze jongeren uiteindelijk een diploma behalen erg klein is.
Het is echter van het grootste belang om deze jongeren een vangnet/ alternatief te bieden waardoor ze wel perspectief op een toekomst houden. Het zou goed zijn als het bevoegd gezag van de instellingen daar zeer duidelijk en transparant in is. Ik denk dat in de code of conduct veel aandacht besteed moet worden aan deze jongeren. Wie pakt welke verantwoordelijkheid, zeker wanneer de jongere ouder dan 18 jaar is?