Wetsvoorstel 1 april aanmelding, toelatingsrecht en recht op studiekeuzeadvies in het mbo.

Reactie

Naam MSc, ing. J.A. Sluiter
Plaats Nijmegen
Datum 18 augustus 2015

Vraag1

Bent u van mening dat de maatregelen uit dit wetsvoorstel bijdragen aan het bereiken van de doelstelling die wordt beschreven in paragraaf 1 van de toelichting, te weten het goed laten verlopen van de overstap van jongeren naar het mbo en het daarbij versterken van de positie van de jongere?
Een van de oorzaken waarom de aanmelding van VMBO naar MBO dit jaar is ontspoord, ik heb hier zelf negeatieve ervaring mee en uit de noodzaak van dit wetsvoorstel dat de MBO's onder curatele stelt kan ik niet anders afleiden dan dat het op grote schaal is ontspoord, is dat de intentie van dit wetsvoorstel wordt overschaduwd door de focus van de MBO's op schooluitval en de repercussies die dat heeft voor de MBO's. De leerlingen met een rugzakje die de overstap maken en waarvan veel informatie beschikbaar is van de vo worden het eerst geweigerd.
Ik mis onderdelen in het wetsvoorstel die garanties bieden dat alle leerlingen, dus ook leerlingen met een rugzakje het recht van onderwijs hebben en niet via mazen in deze wet alsnog geweigerd kunnen worden.
Terecht kan het MBO de schoen van dit wetsvoorstel aantrekken omdat deze hen past maar het betreft meer partijen. In de code of conduct spreekt u van een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het wetsvoorstel is over de "plichten" van de andere partijen niet duidelijk en/of bestaat de kans dat de boodschap van dit wetsvoorstel niet bij andere partijen zal doorklinken (immers de wet passend onderwijs was al duidelijk genoeg en toch is deze situatie ontstaan). Ik doel hierbij o.a. op het VO. Deze zit in de procedure van de overstap van vo naar MBO achterover. Iemand die vlak voor zijn pensioen zit krijgt uren als decaan en organiseert avonden voor ouders en leerlingen over beroepskeuze. Het wetsvoorstel duidt echter op een belangrijk proces waarbij de leerling zicht krijgt op zijn interesse en kwaliteiten en zich kan orienteren op opleidingen.
In de periode van de overstap van mijn zoon van het VMBO T naar het MBO heb ik van de directeur van het VMBO T te horen gekregen dat de school (vo) "geen rol speelt in de overstap".

Vraag2

Voorliggend wetsvoorstel introduceert een aanmelddatum voor het mbo van 1 april. Dit houdt in dat alle jongeren die zich willen aanmelden voor een mbo-opleiding, dit uiterlijk op 1 april voorafgaand aan het betreffende studiejaar doen. Wat vindt u van het voorstel om een vroegtijdige aanmelddatum in te voeren en wat vindt u in dat verband van de datum van 1 april?
Een datum waarop gelijktijdig en centraal aangemeld kan worden is een goede zaak. Het voorkomt onduidelijkheid/ondoorzichtigheid van opleidingen bij aanmelding. Zo hebben wij onze zoon vroegtijdig aangemeld voor een opleiding (enkele maanden voor 1 maart) en kregen wij in de bezwaarprocedure te horen dat de opleiding vol was (als extra argument om toelating te weigeren).
Wel blijven er een aantal onduidelijkheden over de procedure.
- wat is de procedure als een opleiding overtekent wordt? wordt dan een plaats in een aangrenzende gemeente aangeboden?
-scholen hebben volgens het wetsvoorstel de mogelijkheid om het aantal studentenplaatsen op 1 februari vast te stellen (voor die opleidingen met beperkte stageplaatsen). Hoe wordt hier op een eerlijke wijze met aanmelding op 1 april mee omgegaan? Koerst het MBO op loting aan?

Vraag3

Om de kans te verkleinen dat een jongere bij de overstap tussen vo en mbo uit het zicht verdwijnt en niet begeleid kan worden naar een (tijdige) aanmelding, verplicht dit wetsvoorstel de uitwisseling van een beperkt aantal gegevens betreffende de aanmelding van jongeren tussen scholen, instellingen en gemeenten. Deze plicht en de doelgroep van jongeren die het betreft, wordt uitgewerkt in paragraaf 2.1.2 van de toelichting.
Wat vindt u van deze verplichting om de jongeren in beeld te houden bij de overstap? Ziet deze verplichting toe op de juiste doelgroep?
Dat lijkt mij een goede zaak. Niemand, met uitzondering van de leerplichtambtenaar, voelt zich hier in het traject van de overstap VMBO naar MBO verantwoordelijk voor. Het lijkt mij goed om de verplichting van de uitwisseling van gegevens ook te vergezellen van een mandaat op dit punt van de leerplichtambtenaar.

Vraag4

Wat vindt u van de invoering van een recht op een studiekeuzeadvies voor studenten die zich uiterlijk op 1 april aanmelden voor een mbo-opleiding?
Dat is een goede zaak. De MBO's krijgen de vrijheid om de studiekeuzetrajecten zelf in te vullen en te publiceren op de website. Openheid over dit traject is van groot belang. In het wetsvoorstel is de betrokkenheid van ouders niet bestaand. Studiekeuze is een zeer persoonlijke keuze van leerlingen en van minderjarige leerlingen : van ouders en leerlingen. In het studiekeuzetraject van de MBO's zou de mogelijkheid opgenomen moeten worden om een gesprek met leerling en ouders te hebben. Dit om te voorkomen dat de MBO via het studiekeuzetraject druk op een leerling uitoefent om van een opleiding af te zien. Weet het MBO dat begeleiding gedurende de opleiding niet betrokken mag worden in het studiekeuzeadvies? Ik heb de ervaring dit jaar opgedaan dat de MBO zegt: wij kunnen de student tijdens de opleiding niet voldoende begeleiden of tijdens de stage kunnen wij de student niet begeleiden en dat is wel nodig. Hoewel dit ongegrond was neemt het MBO wel of geen begeleiding nu wel degelijk mee in het studiekeuze advies. uit de uitspraak van de minister blijkt dat iedere leerling recht heeft op toelating op het MBO ook als er begeleiding nodig is. Dit zorgt voor een grijs gebied in het wetsvoorstel.

Vraag5

Hoe beoordeelt u de invoering van een toelatingsrecht voor iedere student die zich aanmeldt voor een mbo-opleiding op niveau 2, 3 of 4 en die aan de vooropleidingseisen voldoet?
Dat was wel nodig. De huidige situatie was dat ruszakleerlingen waarvan veel informatie bekend is vaak tot en met intelligentieonderzoek op voorhand werden afgewezen, terwijl leerlingen waarvan weinig bekend was moeiteloos zijn toegelaten. Dat duidt erop dat MBO's geen raad weten met begeleiding van leerlingen en in ieder geval begeleiding laten meewegen in de toelating.

Vraag6

Wat vindt u ervan dat dit toelatingsrecht zodanig is afgebakend dat mbo-instellingen de mogelijkheid hebben om studenten te weigeren die:
-In de afgelopen drie jaar al aan drie verschillende opleidingen ingeschreven zijn geweest of
-In de afgelopen zes jaar gedurende drie aaneengesloten jaren ingeschreven zijn geweest zonder diploma te halen?
het onderdeel "de afgelopen 3 jaar aan 3 verschillende opleidingen enz" kan ik begrijpen. De tweede afbakening "afgelopen 6 jaar enz." kan m.i. ook betrekking hebben door een leerling die ontspoord is en toch weer de draad probeert op te pakken. Waarom zou dat niet kunnen/ mogen?

Vraag7

Wilt u nog op andere onderdelen van dit wetsvoorstel reageren?
In ieder geval is artikel 8.2.2.a indien onjuist toegepast een maas in de wet. Het is duidelijk dat een leerling met 1 been misschien beter niet in de horeca kan gaan werken. Maar wat te zeggen van een puberende jongen van 16 jaar die niet kan plannen (en ADHD heeft)? en een dromerig meisje (dat licht autistisch is). Nu hebben de MBO's op grote schaal het risico niet genomen om dit type leerlingen aan te nemen. Wat is de garantie dat met dit wetsartikel niet dezelfde situatie ontstaat? Kinderen maken een keuze op 15-16 jarige leeftijd en ontwikkelen zich nog volop. Hier moet rekening mee gehouden worden.

artikel 27 d. Voor een eventuele toelating van het MBO zijn gegevens over talenten en studiekeuzeadvies van belang. Het Vo levert een LOB aan. Dat wil m.i. zeggen dat gegevens over de begeleiding die een leerling met een rugzak heeft gahd op het vo pas relevant zijn op het moment dat een leerling is toegelaten op het MBO. Scholen moeten zich iervan bewust zijn.
De toelichting op het wetsvoorstel kent aan de vooropleiidng een belangrijke taak toe te weten begeleiden van de studiekeuze in overeenstemming met de taslenten van de leerling. In de wetvoorstel komt dat niet terug. Dit wordt aan het "vrije spel " overgelaten terwijl dit aantoonbaar nu ook niet werkt.
De wet geeft vormvrijheid aan de intake van een MBO. Dit is te begrijpen om niet al te veel regels op het onderwijs, in dit geval het MBO los te laten. Op zijn minst moet echter de transparantie en openheid gegarendeerd worden van de intake. Dit wordt in het wetsvoorstel ook gerekend tot de vormvrijheid, terwijl de transparantie van de intakprocedure juist het grootste probleem is geweest de afgelopen tijd.
Voor de overgang van VMBO T naar MBO bestaat geen geschillenprocedure bestaat De MBO's hebben hun eigen procedure. Uit ervaring weet ik dat dit heel bijzonder verlopen kan.
De geschillencommissie passend onderwijs treedt niet op in geschillen bij een toelating van het MBO en verwijst door naar de Commissie van de rechten van de mens! De onderwijsconsulent is niet op de hoogte van deze geschillenprocedure. De enige partijen die op dit moment iets kunnen betekenen zijn het bureau Gelijke Behandeling van de gemeente en een advocaat.