Wet financiering kinderopvang

Reactie

Vraag1

Voor kinderopvangorganisaties wordt de regeldruk en administratieve last aanzienlijk
hoger. Een kinderopvang ondernemer moet straks zorgen dat alle gegevens van de
afgenomen opvang en persoonsgegevens 100% kloppen om de subsidie te kunnen
ontvangen. In het huidige stelsel moeten kinderopvangorganisaties maandelijks deze
set gegevens al aanleveren. Maar hebben de beperking dat ze niet (goed) kunnen
controleren of de persoonsgegevens juist zijn. Mede omdat zij geen inzage/bevoegdheid
hebben om de persoonsgegevens te controleren. Dit betekend dat voor alle
ondernemers in de kinderopvang er meer tijd gaat zitten in de administratie. Vooral voor
de kleine ondernemers betekend dit dat ze (nog) meer administratie moeten gaan
bijhouden of (extra) kosten moeten maken om dit uit te besteden aan een externe partij
of door (extra) personeel in dienst moeten nemen. Dit laatste argument geldt ook voor
de midden en grote ondernemers in de sector. De kostenstijging zal worden
doorberekend worden in het markttarief.
Voor de groep kleine ondernemers zal de kostenstijging zorgen dat het lastiger gaat
worden om te concurreren met de grotere organisaties. Vele kleine ondernemers doen
hun uiterste best om het maximum rekentarief aan te houden als markttarief. Dit zal in
het nieuwe stelsel alleen nog maar moeilijker worden. Als het markttarief sneller stijgt
dat het rekentarief betekend dit dat ouders meer moeten gaan betalen boven de 4%
eigen bijdrage. Huishoudens met een hoger inkomen zullen dat nauwelijks merken,
omdat hun vergoeding in het nieuwe stelsel juist stijgt. Voor huishoudens met een
inkomen tot €47.403 zullen de kosten daarentegen toenemen.
Kinderopvang staat voor het welzijn van het kind en kansengelijkheid. En moet
toegankelijk zijn voor ieder kind. Ongeacht inkomen of achtergrond. Het is daarom niet
verstandig om het inkomensONafhankelijk te maken. De lage en midden inkomens zijn
erbij gebaat om de kosten zo laag mogelijk te houden. Anders loont het niet om te blijven
werken of meer te gaan werken.