Wijz Participatiewet voor verbeteren van de ondersteuning van mensen in de bijstand
Reactie
Naam | Dr M Sluikstaaf |
---|---|
Plaats | Den Haag |
Datum | 12 december 2019 |
Vraag1
U kunt reageren op alle onderdelen.Daarnaast is de regering specifiek geïnteresseerd in onderstaande vragen:
In het wetsvoorstel wordt voorgesteld dat als iemand een bijstandsuitkering krijgt toegekend, de gemeente in gesprek gaat met de bijstandsgerechtigde en gezamenlijk afspraken maakt over participatieactiviteiten. Deze afspraken worden periodiek besproken en geëvalueerd.
1. Wat is naar uw mening de gewenste frequentie van het klantcontact tussen de gemeente en de bijstandsgerechtigde als het gaat om het kunnen bieden van passende ondersteuning en eventuele benodigde voorzieningen, gericht op arbeidsinschakeling en, als arbeidsinschakeling nog niet mogelijk is, andere vormen van participatie en wederkerigheid? In het wetsvoorstel staat nu nog bewust een PM (zie paragraaf 4 van de memorie van toelichting).
2. Hoe moet volgens u dit klantcontact vormgegeven worden, ook in samenhang met de frequentie van het contact? Daarbij kunt u denken aan gesprekken in persoon, telefonisch, per mail, et cetera.
3. Welke randvoorwaarden zijn volgens u nodig om deze frequentie en vorm van klantcontact te realiseren en om inhoud te kunnen geven aan het maken van participatieafspraken met alle bijstandsgerechtigden?
1. Ik denk dat 1 keer per 3 maanden wenselijk is. En op verzoek vaker zodat er een plan uitgewerkt kan worden.
2. Wat men zelf het fijnste vindt, ook afhankelijk van reistijd om bij consulent te komen, of consulent naar jou
3. In ieder geval dichtbij, het liefst te bereiken met de fiets; empathie van de consulent; vertrouwen in cliënt. Het liefst hulp van psycholoog en andere professionals.